Elke maand stelt het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum te Oudenbosch een bijzonder object in de schijnwerpers. Deze maand: een stukje Romeinse mozaïekvloer.

Dit stukje mozaïek maakte ooit deel uit van een vloer in het badhuis van Corriovallum. Wij kennen deze plaats nu als Heerlen. In de jaren vijftig zijn de resten van het Romeinse gebouw opgegraven onder leiding van de Groningse hoogleraar Albert Egges van Giffen. Inmiddels zijn de resten van het badhuis na een recente restauratie weer te bezoeken in het Thermenmuseum te Heerlen. 

Het mozaïekfragment bestaat uit rode, witte en zwarte vierkant gehakte stukjes natuursteen, ofwel tesserae. Het geheel is ingebed in een laag Romeins cement, wat opus signinum werd genoemd. De cementvloer werd vaak gedecoreerd met geometrische patronen. Na de Romeinse tijd is deze vroege bouwwijze van werken met een betonconstructie geheel verloren gegaan. 

Welgestelde Romeinen konden zich een vloer in hun woonhuis veroorloven, die rijk gedecoreerd was met bijvoorbeeld dierfiguren of een mythische voorstelling. Deze afbeeldingen, ook wel emblemata genoemd, werden in een atelier gemaakt door specialisten. Ze waren vaak opgebouwd uit zeer kleine steentjes. Tevoren kon de gewenste afbeelding in het atelier worden uitgezocht.  Of dit object onderdeel is geweest van zo’n mooie voorloper van het moderne vloerkleed is niet met zekerheid te zeggen. Maar een bijzonder object is het zeker!  

In het decembernummer van Museum op Zicht staat een heel artikel over de mozaïekvloer in Heerlen. De archeologische verzameling is in beginsel bijeengebracht in de jaren vijftig van de vorige eeuw door broeder Christofoor van Langen. Hoe dit stukje antieke vloerbedekking in de collectie van broeder Christofoor terechtkwam, is niet meer te achterhalen. Mogelijk heeft hij het zelf meegenomen uit Heerlen. Broeder Christofoor werkte soms zelf mee aan opgravingen.  Dit object staat de hele maand december centraal in het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum. Kom kijken en ontdek nog véél meer.

Het NVMO wil het medewerkers-bestand uitbreiden met 25 mensen.

Doel is om voldoende mensen te hebben om vaker open te zijn. De mogelijkheid tot groei wordt begrensd door de openingsuren. Het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum in Oudenbosch wil op korte termijn uitbreiden met 25 medewerkers. Reden is om meer middagen toegankelijk te kunnen zijn. Om die reden wil het museum in het voorjaar extra medewerkers kunnen inzetten. Gemikt wordt om in maart al extra open te zijn. De periode van werven en inwerken dient bijtijds (januari) te geschieden om daadwerkelijk goed van start te kunnen gaan. 

Enthousiaste mensen met belangstelling voor musea en het ontvangen van bezoekers zijn van harte welkom. Zij kunnen bijdragen aan het succes van een divers museum als het NVMO. Naast baliemedewerkers is er ruimte voor rondleiders en mensen die kunnen helpen in het kleine museumrestaurant. Reacties via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

groei noodzakelijk

Het succes van het NVMO (lees: belangstelling door bezoekers) wordt deels bewerkstelligd door het expositieaanbod. De tentoonstelling Ademloos Bewonderd was een goed voorbeeld, het bezoekersaantal in het NVMO bedroeg mede daardoor eind juli al net zoveel als heel vorig jaar. Ook de aansluitende archeologie-tentoonstelling is goed voor publiciteit. 

Hoe aantrekkelijk deze exposities echter ook zijn, de belemmering blijkt de beperkte openingstijden (twee en ’s zomers drie middagen per week, naast de groepsbezoeken op afspraak). 

Het museum loopt tegen grenzen aan. De mogelijkheid tot groei wordt begrensd door de openingsuren.

Jaarlijks bezoeken tienduizenden toeristen Oudenbosch. Veel bezoekers gaan daarna naar locaties buiten het dorp, deels omdat er niet altijd wat meer te doen is. Hoe houden we deze mensen langer ter plaatse? Door meer aanbod op cultureel gebied. Dat aanbod moet dan wel toegankelijk zijn.

Museum TV

Uitbreiding naar meer middagen per week (vooral in de zomer) is een middel om extra bezoekers in het NVMO te ontvangen. Hoewel dagelijkse openstelling ideaal is, wordt bescheiden begonnen met een streven naar vier, mogelijk vijf middagen per week.

In november werden opnames in het museum gemaakt door Museum TV, welke filmpjes eind december in omloop komen. Zeker met het oog op de extra publiciteit hierdoor wordt extra toeloop verwacht. Daarop wil het museum zijn voorbereid.