Afgelopen zondag, 11 november, verzamelden de boeren van Stichting Vastenavend bij hun clubhuis De Draak voor d’n Ellefde van d’n Ellefde.
In het begin wat onwennig kwam de een na de ander binnen, waarna om precies elf over zeven de boereploeg, de muzikanten van de Treuzelèèrs en andere genodigden welkom werden geheten door de voorzitter van Stichting Vastenavend. De Sint Joris schouw werd aangestoken met het ‘errepellòòf’ om de kwade geesten te verjagen. Na het voorlezen én nazeggen van een vers over Sint Maarten, werd het tijd om ‘Kom boere gif mekaar ’n and’ te zingen en te beleven. Vervolgens werd er koers gezet naar de vergaderlocatie van deze Elf-Elf.
Onderweg naar de vergaderlocatie moest er gestopt worden bij wielercafé de Markies voor de bevoorrading. Nadat iedereen zijn bidon had leeggedronken, moest er vaart gemaakt worden om op tijd binnen te zijn daar waar de vergadering van Stichting Vastenavend zou plaatsvinden.
Veilig en als één peloton aangekomen op het wielerparcours namen de boeren plaats op de tribunes. Na wat plechtigheden werd het tijd voor de verkiezing van de Gròòtste Boer. Men ging op zoek naar de allerbeste ploegleider voor de komende Vastenavend. Het kon ook niet anders dan dat de Gròòtste Boer van vorig jaar de strijd met overmacht won. Nadat de Gròòtste Boer ‘de blekke n’en tutter’ omgehangen had gekregen werd gelijk de ordebewaker van de leut, Steketee, benoemd.
Na de pauze stond er nog een verkiezing op het programma en wel die van de Prins van het Krabbegat. Er werd op het parcours een tijdrit afgelegd van precies elf seconden. De verschillende kopmannen, de kandidaten, hadden allemaal dezelfde tijd! Hoe kon er nu tot een winnaar gekomen worden? De dopingcontrole gaf
uitsluitsel. En de schoonste renner was natuurlijk Prins Nilles d’n Derde! Hij zal dan ook de komende Vastenavend als kopman de koers aanvoeren.
Hiernaar werd het stil op het parcours, heel stil. De Prins, Gròòtste Boer en Steketee waren er al, maar wie zou Prins Nilles d’n Derde als Nar benoemen. Het moest een man uit duizenden zijn, een echte meesterknecht! De Prins had vier namen in zin hoofd en het leek hem een goed en leuk idee voor ’n kleine race. Een race tussen vier kandidaten zou moeten uitwijzen wie de Nar zou worden. Er werd van kop af aan gestreden. Bidons werden aangepakt, sponsen werden boven de hoofden uitgeknepen en bevoorradingszakjes werden aangepakt. Er was er slechts één die uit zijn bevoorraaddingzakje een narrenkap haalde. Wie dat was? Dat was Diemer van Wijk! Hij zal dan ook als nieuwe Nar de Vastenavend van het Krabbegat ingaan.
Het werd nu tijd om bij de Giet het licht op groen te zetten voor de komende Vastenavend, de Kale n’Eed af te leggen en de nieuwe Nar te presenteren aan de Krabben. Met fakkels gingen de boeren als een grote wielerkaravaan op weg naar het Bleekveldje met Steketee voorop. Langs de kant stonden veel Krabben om een glimp op te vangen van de Nar. Bij de Geit van Mie d’n Os aangekomen was het de beurt aan de kerverse Nar om met elf gongslagen het begin van de plechtigheid op het Bleekveldje te markeren. Zijn eerste ‘taak’ zat erop! Na een scherpe en vooral ‘leutege’ Kale n’Eed, sprak Prins Nilles d’n Derde de Krabben toe om er komend jaar er weer een vastenavend te maken die ‘d’r zal gaan spere’. En dat alles onder het motto… ’T IS KOERS!
Kale n’Eed vor de Berregse Vastenavend 2019
Geit
Lekkere vlotte meid
Al zijde nie zo vlug as Mariejanne Vos
En rij Anna van de Bregge jou zó los
Al stade ier mar wa te teute
Vergeleke mè d’Annemiek van Vleute
Ik zijn éél erreg in m’n sas
Gij zijt de kampiejoen ‘suur plas’
En ik zien wa d’in jou, da za’k ‘s vertelle
Ge zijt zo rank as ’n echte gazelle
Op oew sokkel van echte kasseie
Witte gij waar Krabbe ’t liefst op rij’e
Me voele n’ons nouw al kwieker
Deur ’n ééle late voorjaarsklassieker
Gaan opnuuw éél Berrege bedwinge
Late nie allééneg de wiele, mar ok ons art weer zinge
Mè gladgeschore bééne, in de strakste pakke
Om te stoempe, te snokke, te zwikke en te zwakke
’t Snot vor oew òòge en ‘t verstand op nul
Zellefs d’oot kattegerie is mar kleine flauwekul
Op ’t buiteblad vliege me recht om’òòg
Me vulle onze biedons aan ieleke tòòg
Zellefs de geméénteraad rij nonnie plat
Al gaan twee soliste wel sjas petat
Me muize d’r vanonder, gin renner zal vertrage
In onze Zesdaagse van leut van vier volle dage
Ja Geit, me staan sebiet dansend op pedale
As me messenalle n’ons Vastenavendféést indale
En al is de fienisj pas in mèèrt
’t Wachte wor de moeite wèèrd
Tot vanavend was nog éémaal onbekend
Onze nuuwe ster aan ‘t wielerfirmament
Ja Geit, de nuuwe Nar wor geprizzeteerd
En ge zal zien, alles lopt gesmeerd
Vor mijn leg ier gin kale meet,
Mar de belofte aan jou, onze n’eigeste Kale n’Eed
Éél de wereld is weer stiksjeloers
Mette Vastenavend roepe me … ’t is Koers!
Oudoe!