Page 87 - Flipbook introductieboekje
P. 87
fort gebouwe n’ebbe, motte me Lou kenne vertelle
oemme daar binne kenne komme. Ik zeg, we motte
wijer de boogerd in,’ sprak Dirk. Suus en Adrie
wreven zich over het hoofd. Bartje Boeboe
was gevreesd tot in de wijde omgeving. Deze
boer had het niet zo op van die schoffies die
hem in de weg liepen. Of sterker nog, op van
die kleine grijpgrage handjes die zijn boogerd
plunderden. En als Bartje Boeboe je te pakken
kreeg, dan kon je een fiks pak op de broek ver-
wachten. Ja, dan kon je de eerste dagen niet
meer fatsoenlijk gaan zitten.
Even zaten de drie met hun eigen gedachten.
Dan hakte Dirk de knoop door. Met een groot
gebaar van “kom maar”, stond hij op en liep hij
in de richting van de boogerd. Na enig aarzelen
kwamen ook de anderen. Ondertussen gingen
de ogen alle kanten op. Bartje Boeboe was dan
weer te voet, maar even zo vaak verscheen hij
op zo’n ouderwetse fiets. Met dat grote verzet
erop, kon de boer heel snel uit de voeten. Ze
slopen door de boogerd. Niet alleen moesten
ze de boer zien te ontwijken, ze mochten na-
tuurlijk ook niet door de verdedigers gevan-
gen worden. Dirk had het vermoeden dat die
een plekje gezocht hadden tussen de boogerd
en het spoor. Ze slopen langzaam verder. Dirk
keek eens naar boven. De bomen hingen al vol
appels, grote roodglimmende ballen vol smaak.
Het water liep Dirk in de mond. Hij maande
87