Page 85 - Flipbook introductieboekje
P. 85
gezien en ik ben zellefs over de Stalebrug weze kijke.
Maarre, daar zijn ze nie or. En gij, al wa gezien?’
Dirk schudde het hoofd. Hopelijk had Adrie
iets gezien. Anders waren ze maar een stelletje
verkenners van niks. ‘Kom, me gaan richting de
Zeekant, mesgient da d’Adrie wa d’eb kenne vinde.’
Zo slopen ze door het Benedenbaantje richting
vies Netje. Dat was altijd al een avontuur. Dit
gezin woonde in een onderkomen huis, zoals
ze dat zeiden. En de mannen van vies Netje,
die kon je beter maar ontlopen. Je wist immers
niet wat die van zins waren. En er gingen de
grootste verhalen rond, dus werd deze plek
door knapen als Dirk gemeden als de pest.
Toch moesten ze erlangs. Ze hadden hier ook
een grote hond. Die lag meestal vast aan de ket-
ting, maar soms liep deze ook vrij rond. Of ze
hem dan expres hadden losgemaakt, dat wist
je nooit, maar het was een kreng van een beest
dat in je enkels beet. Ze volgden het kronke-
lende pad dat tot over de dijk leidde. Niemand
van het gezin vies Netje was in zicht, dus kon-
den ze weer wat gemakkelijker ademhalen. Nu
dat kot met die hond voorbij. Ze zagen niks.
Echter, na enkele stappen gezet te hebben,
klonk er ineens een snauw en een gegrom. Het
bruinzwarte lijf van een forse hond verscheen.
‘Renne,’riep Suus en hij stoof er vandoor. Dirk
volgde zijn spoor en zette het ook op een hol-
len. De hond kwam gevaarlijk dichtbij, de muil
opende zich en vervaarlijke tanden blonken in
85