Vurig, bevlogen, sensueel, mysterieus …
Er zweeft een rots door de ruimte. Dit is de rots van de menselijkheid, de laatste die ons blijft. Flor de Amor bezingt haar, vurig, bevlogen van liefde voor het leven, de natuur, de mensen. Zoals in al de jaren van haar bestaan verloochent Flor de Amor haar Latijns-Amerikaans karakter niet. Ditmaal zijn teksten en composities van eigen hand, gedreven door levenservaring en verdiept vakmanschap. Met nieuwe opgetogen ritmes en af en toe een ballade met de charme van de eenvoud.
Stap aan boord in de schitterende akoestiek van de Hofzaal. Vaar mee in het bootje van Flor de Amor, ga aan land op de laatste rots en laat je meenemen door vier rasmuzikanten: Sandra Coelers (zang, gitaar, requinto), Marjolein Kempen (fluiten, zang), Fried Manders (accordeon, mandola), Marlon van Mook (contrabas, zang). En dat op een zondagmorgen in het oudste stadspaleis van Nederland!
Over de muzikanten
Intense levensjaren laten de stem van Sandra Coelers doordringen tot in het wezen van de dingen, zuiver, helder, lenig en warm. Als gitarist is zij drager van liedkunst, ritmisch en vol in de akkoorden. Zij is, zogezegd, hofleverancier van de composities. Marjolein Kempen blaast met haar klankimprovisaties op de dwarsfluit het zoete imago van dit instrument omver. Uit haar alt- en basfluit tovert zij sensuele en mysterieuze klanken. Als enige man in het midden, op accordeon en mandola, speelt Fried Manderstrekt argeloos volle maan en sterren uit de hemel. Marlon van Mook is als contrabassist het zonnige vuurpaard. Zij stuwt de bandleden voort als een stoomlocomotief om even later in de rustgevende laagte van haar spel tot ontspanning te komen.