Zo maar een motortochtje. Het is zaterdag 1 oktober en het zonnetje staat al lekker te stralen. Het belooft een heerlijke zonnige dag te worden dus mijn broer Sjef en ik hebben deze dag uitgekozen om nog eens een lange toertocht te maken door het Belgische landschap.

 “Zoek jij maar uit waar we naar toe rijden”, hoor ik hem nog zeggen. Ik weet dat hij de omgeving van Leuven prachtig vindt, dus zet ik een ritje uit dat binnendoor helemaal hier naar toe leidt. De weg langs Lubbeek, St. Joris-Winge en Tielt-Winge ken ik goed. Leuke heuvels en kronkelige paadjes; ideaal voor de motor dus. Natuurlijk kan ik niet om Diest heen. Diest is een prachtige stad waarover ik toevallig onlangs nog geschreven heb in de krant. Het ging over een Bergse wielerclub De Markies Plus van m’n vriend Chris Chapel die voor hun 15-jarig jubileum een heuse VIP ontvangst in Diest hebben gekregen. En als nu onze motortocht zo dicht langs Diest voert, neem ik graag de tijd om ook daar eens een kijkje te wagen. Samen met Sjef rij ik de stad binnen en al snel vinden we de weg naar het centrum en het marktplein. Rijdend door de oude straatjes kijken de historische pandjes me al aan. Het is gezellig druk en de terrasjes lonken. Dus zetten we de motor aan de kant en zoeken we een lekker plekje op. Tijd voor een drankje want het is werkelijk bloedheet weer. We kijken recht op de trappen van het stadhuis waar heel de wielerploeg en de 1e Schepen poseerde voor de fotograaf Chris Chapel. “Daar stonden die mannen”, vertel ik mijn broer. Ook de andere panden op het plein herken ik van de foto’s die de wielerploeg geschoten heeft. Achter ons zit een stel. De dame hiervan kijkt aandachtig naar mijn T-shirt. Op de mouw er van prijkt de naam ‘Café De Markies’. Na een poosje komt aarzelend de vraag. “Meneer, is dat toevallig de Markies in Bergen op Zoom”. Ik kijk eens om, en denk hoe klein is de wereld. “Inderdaad mevrouw, dat is inderdaad het café aan het Beurspleintje te Bergen op Zoom, ik mag dat wel mijn stamkroeg noemen”. “Oh, U komt dan ook uit Bergen op Zoom”, luidt de volgende vraag? “Inderdaad”, antwoord ik en kijk mijn broer lachend aan, “ik ben er geboren en getogen”. De vrouw kijkt haar man eens aan, dan komt de verrassende vraag:”Bent U ook hier naar aanleiding van dat stukje in de krant? Wij hebben dat gelezen en het leek ons leuk om zelf eens een kijkje te komen nemen. Het is werkelijk prachtig hier”. Verrast kijk ik nog eens om, wat een toeval. “Nou mevrouw, eigenlijk zijn we ook hier een beetje naar aanleiding van dat stukje, ik ben namelijk de auteur er van en dacht zelf ook nog eens naar hier te rijden”. Lachend kijken we elkaar aan, en bedenken hoe erg klein de wereld wel niet kan zijn, en hoe je dit moet inschalen op de ladder van toevalligheid. “En”, vraag ik, “heb ik overdreven in mijn stukje?” “Nee hoor”, antwoordt ze, “Het is een mooie stad, en zeker het bezoek waard”. Na nog een drankje nemen we afscheid en stappen Sjef en ik weer op de motor. Op weg naar huis schud ik nog eens mijn hoofd, zoveel toeval dat kan toch niet bestaan? Maar inderdaad, het bezoekje aan Diest was beslist de moeite waard.