Afgelopen zomer bracht ik het boek “Literaire Glibberingen & Poëtische trilsels” uit, waarin ook een aantal gedichten van mij te vinden waren.

Het waren juist deze gedichten waar ik erg mooie kritieken op kreeg. Zoals Hanneke Tinor-Centi schreef:

‘In de vele gedichten die Franken heeft opgenomen, is de eigenheid van de auteur wellicht het beste te herkennen. Die gedichten zijn stuk voor stuk fraai; vele zijn van hoog niveau. Een tipje van de sluier:’

“De dag blaast leven in mijn vleugels

het zonnespoor begeleidt mijn pad

meanderende woorden dwarrelen

uit de droom, nog voor ik ze vergat.”

 

Jan de Jong van TZUM literair weblog schreef het volgende: 

‘Literaire glibberingen & poëtische trilsels van Sonn Franken gaat in de eerste plaats over taal en hoe je van taal mooie dingen kunt maken. Én het gaat over Sonn Franken, die man die deze eigenaardige verzameling heeft geschreven en bij elkaar gezet. Het is een boek vol langere en korte essays, gedichten, verhalen, gesprekken en foto’s. ‘Schrijven is een ontluikend schimmenspel tussen kruiende gedachten en gefantaseerde ontberingen’ schrijft Franken in zijn voorwoord. Daaruit ook:

Het geschreven woord is een godsgeschenk aan de mensheid. Het staat ons toe de eigen wereld te verlaten, dromen tot leven te wekken en de wereld te vangen zoals ze is.

Als woorden over elkaar buitelen en zinnen vormen, die een verhaal of beleving optekenen, dan bloeit het leven zelf en worden wij rijker.

Lees hoe woorden zich vormen tot meer dan slechts de verzameling, wat mensen drijft te schrijven en wat stromingen te zeggen hebben.

Van ‘iets’ meer maken dan het is. Mijn alchemiemetafoor was, denk ik, zo gek nog niet. Die gedachte nog even vasthoudend, vind ik Franken het sterkst als hij zelf meer taal maakt, bijvoorbeeld door het gebruik van fraaie neologismen.’

 

Verdwijnering

Geraspte stilte ruwt het verleden

zelfs de draadloze lijflijn zonder trilling

geen echo vanuit verdwenen diepte

verloren bloed verstrooid op mijn pad

waar uitgedoofde voetstappen verstillen.

 

Schaduwen te mistig voor herinnering

aan het blauwe staren naar het canvas

nu ik penseelstreken wanhopig probeer

te vangen in woordenstreken op het

papier, in strijd met mijn verdwijnering.

 

‘Het gaat mij niet alleen om die ‘woordenstreken’ (dat ook nog eens kostelijk ambigu is) en ‘verdwijnering’, maar ook om de aardige, maar paradoxale combinatie van ‘verstrooid bloed’. Het zijn diamantjes die in een kleine dichtbundel zouden schitteren. 

Het grootste genot, ik herhaal het nog maar eens, zijn de vele mooie en enkele heel bijzondere gedichten in het boek. Ze zijn alle gekoppeld aan foto’s die soms een erg rechtsreeks verband tonen (onder het gedicht ‘Muziek’ zien we een bevlogen zangeres), maar soms ook een sterk beroep doen op een eigen interpretatie door de lezer/kijker. Die hoeft zich door zo’n foto niet gestuurd te voelen. Vaker dwingt het beeld tot een kort moment van contemplatie – en dat is nooit verkeerd. Laat ik eindigen met het mooie gedicht ‘Woordstotter’. In het boek is het gekoppeld aan een foto van het middenschip van een kerk, op de voorgrond duister en achterin fel verlicht.’

 

Woordstotter

Woorden leerden te zwemmen als

vissen, dartelend en buitelend in

scholen vol schoonheid en zinnen

die verhalen over nieuwe avonturen.

 

Nu hakkelend brekend over tranen

die druppelend de blik op geluk

vertroebelen en een venster tonen

waarin een zachte dood fluistert.

 

Slechts een voor een regels die

nauwelijks bijeengehouden door

hoop of beleving een poging wagen

geschreven lijnen te doorbreken.

 

‘De gedichten in Literaire glibberingen & poëtische trilsels ontstijgen de alchemie die de rest van het boek bijeen houdt. Zij zijn een aparte kleine dichtbundel waard. Maar dat had ik geloof ik al gezegd.’

Met deze woorden in gedachten dook ik nog eens in mijn archief. Sinds de verschijning van mijn boek had ik inmiddels al behoorlijk wat nieuwe gedichten geschreven. Zou ik het wagen? Ja, ik nam de stap; ik zou een nieuwe bundel gedichten samenstellen. Ook zou ik elk gedicht weer vergezellen met een afbeelding. Dit keer niet zomaar een foto die ik geschoten had, nee, ik zou deze afbeeldingen op een bijzondere manier bewerken, zodat er nog meer sfeer opgeroepen werd.

Ik had er zin in. Het zou immers mijn vierde gedichten bundel worden, nadat ik eerder “Scherm, mijn venster”, “Voorbij de einder” en “Kabinet der zinsbespeling” uitgebracht heb. 

Ik besloot vol enthousiasme te beginnen met de samenstelling van mijn nieuwe manuscript. Ik plaatste de gedichten in chronologische volgorde en voegde de bewerkte afbeeldingen toe. Het was laat in de nacht dat ik gereed was en direct besloot dit manuscript naar mijn uitgever Boekenindustrie te sturen. Ik was heel blij toen ik de volgende dag het volgende bericht mocht ontvangen:

 

‘Hoi Sonn,

Zojuist je nieuwste bundel mogen ontvangen. Het is werkelijk zeer indrukwekkend, kippenvel gevoel, ontroerend, vrolijk en absoluut de moeite waard om uit te geven! Dus laat maar weten wat je plannen en wensen zijn, dan kunnen wij hier vast wel iets mee doen. 

Fijn weekend toegewenst. 

Pim’

Wow, dat was geweldig nieuws. Ik besloot enkele vrienden van me, als Marc Kerkhofs en Henk Witjes, het manuscript toe te sturen. Dit doe ik eigenlijk altijd als ik een nieuwe pennenvrucht heb. Dit was wat Marc me berichtte:

‘Dag Sonn,

Heb gebladerd, eigenlijk weggemijmerd in je ‘Droomdicht’. 

Doorgewinterde lezers zowel als gelegenheidslezers zullen hier hun gading in vinden, zelfs zij die ‘niet zo van poëzie’ zijn. 

Je gedichten zijn niet hermetisch en daardoor toegankelijk voor een breed publiek. De begeleidende foto’s lichten hierbij een tip van de sluier op. 

Ook merkbaar is de evolutie van de schrijver, zowel op het literaire als op het levenspad. Het is een mooie, zacht gekerfde mijlpaal op je levensweg, die je  zowel wandelend, met de fiets of op de motor passeert. Een verpoosmoment voor de lezer die even niet op zoek is naar de volgende spannende thriller of het nieuwste beklijvende sociale drama. 

Als redacteur kan ik hier niet veel mee. De eigen gevonden woorden, taalspel en volgorde zijn uniek en daar kan/mag niet aan getornd worden. Het is een boek vol SONNetten, maar op de maat, het ritme, het rijm en het gevoel van Sonn Franken. 

Gefeliciteerd.

Beste groeten,

Marc’

 

Hmm, ik heb er echt zin in. Ondertussen weet ik ook al de titel voor mijn nieuwe bundel: “Droomdicht”

Ook heb ik de intro klaar:  “50 + 1 hoofdwoelende momenten in strijd met Vaak”

Ken je het gevoel? Woorden in je hoofd die strijden om voorrang, woorden die zich willen schikken in zinnen waarvan de bedoeling je nog totaal ontgaat? Een worsteling die je niet toestaat om de slaap te vatten, immers je moet aan het werk.

Zoekend naar patronen en je overleverend aan de dans der letteren, beroer je de toetsen op je telefoon of laptop, of het toetsenbord dat uitzicht biedt op een scherm dat zich langzaam vult. 

Tijd bestaat niet meer. Totdat de laatste punt staat en eindelijk de zin van deze nachtelijke worsteling duidelijk wordt. 

Dit zijn de 50 + 1 hoofdwoelende momenten in strijd met Vaak.  

Nu nog de juiste beelden erbij gezocht en alle ingrediënten voor een nieuwe bundel zijn gevonden. 

Geniet van Droomdicht.

Alles is nu gereed voor de volgende stappen. Ik denk al na over de presentatie. Ik wil er iets bijzonders van maken en heb dan ook gekozen om de lancering op mijn geboortedag te doen: zondag 27 maart. Ik wil er een feestje van maken. Ook wil ik een expositie aan de lancering koppelen. Ik heb besloten om de gedichten met hun bijbehorende afbeelding als een soort poster vorm te geven. 

Kortom, ik heb er echt zin in en kijk uit naar een feestelijke dag, in gezelschap van mijn uitgever, mijn familie, mijn vrienden en mijn trouwe lezers. 

Ik hou dan ook iedereen op de hoogte. 😉 begin er alvast maar mee om zondagmiddag 27 maart in je agenda vast te leggen. 

Groetjes

 

Sonn