U kunt onder begeleiding van een ervaren gids een wandeling maken over de, voor Brabant unieke, buitenplaats. U kunt dan bijvoorbeeld het resultaat van de ingrijpende restauratie van het hoofdgebouw aan de buitenzijde bekijken of even mijmeren bij de barokke theekoepel.

Extra informatie

VVV Brabantse Wal, tel. 0164 - 277482

Datum:

24 juni 2012 vanaf 14.00 uur

Locatie:

Mattemburgh, Antwerpsestraatweg, Hoogerheide, ingang/parkeerplaats aan de Beukendreef.

Prijs:

Leden van Brabants Landschap gratis deelname (vergeet uw ledenpas niet!), voor niet-leden � 3,00 p.p



Mattenburgh (Antwerpsestraat 185) is een landgoed gelegen ten noorden van Hoogerheide en Woensdrecht en aan weerszijden van de weg tussen Bergen op Zoom en Woensdrecht. Het landgoed meet 600 ha.

Openstelling en wandelmogelijkheden

Het park van Mattemburgh is in de periode 1 mei t/m 31 augustus op dinsdag t/m zondag opengesteld van 10.30 – 16.30 uur en in de periode 1 september t/m 30 april op woensdag t/m zondag van 11.30 – 16.30 uur. Franse tuin en oranjerie zijn vrij toegankelijk. De Engelse tuin en het parkbos zijn niet vrij toegankelijk. Toegangkaartjes zijn te koop in de oranjerie. In de oranjerie is een café-restaurant gevestigd. Je kunt er eten en drinken in stijl (0164-660834). Het park is bereikbaar via de Beukendreef. Leden van Brabants Landschap en andere Provinciale Landschappen hebben met hun gezin op vertoon van bewijs van lidmaatschap gratis toegang.

Bosgebied: vanaf parkeerplaats aan de Antwerpse Straatweg starten twee routes, uitgezet met stippen op bomen. Ga voor de rode route (5 km door bosreservaat) eerst door het tunneltje onder de snelweg. De blauwe route (6 km) volgt de overgang van Brabantse Wal naar Markiezaatsmeer.

Korte beschrijving

Landgoed met loof- en naaldbossen en cultuurland. Ten oosten van de rijksweg ligt het oudste bosreservaat van ons land, waar al ruim 100 jaar geen onderhoud meer plaats vindt. Rond het landhuis ligt een park, waarin twee tuinstijlen zijn vertegenwoordigd: de ‘speelse’ Engelse Landschapsstijl en de ‘strenge’ Franse of Formele Stijl. De Landschapsstijl wekt de illusie van een rivierdallandschap. Verspreid in de gazons staan boomgroepen en solitaire bomen. Op een kunstmatige heuvel staat een wit theehuis, vanwaar drie zichtassen lopen. Het gazon wordt doorsneden door een slingerende, als het ware meanderende vijver. In de Franse tuin wordt tot uitdrukking gebracht dat de mens controle heeft over de natuur. De bijhorende oranjerie vormt het winterverblijf voor oranjeboompjes en andere kuipplanten. De ijskelder onder het theehuis en de bunkers in het bos vormen de belangrijkste winterverblijfplaats voor vleermuizen in West-Brabant.

Met een bijzondere geschiedenis...

Mattemburgh is één van de meest bijzondere landgoederen van Brabant, gelegen in de gemeente Woensdrecht - tussen Bergen op Zoom een Hoogerheide. Op deze plaats gaan de hoge zandgronden over in de veel jongere zeekleigronden. De geschiedenis van Landgoed Mattemburgh voert terug naar de tijd van de Franse overheersing, toen de heer P.J. Cuypers de gronden kocht. De tuin werd in de periode 1843-1878 in verschillende fasen aangelegd: allereerst de Engelse tuin rond de villa, later de binnentuin en daarna de fraaie Franse tuin met Orangerie.

Brabants Landschap

De laatste particuliere eigenaar van Mattemburgh was Graaf de Chambure.

Op het uitdrukkelijke verzoek van zijn echtgenote, Gravin de Chambure–Cuypers werd het gebied Mattemburgh in 1970 door Brabants Landschap aangekocht en werd het huis met het 17 hectare grote park aan Brabants Landschap geschonken. Dit deel van het landgoed is genoemd ‘Schenking Gravin de Chambure-Cuypers’.

Geschiedenis

Het landgoed werd gesticht door P.J. Cuypers, die van 1818-1827 burgemeester van Bergen op Zoom was. Hij kocht vanaf 1807 grond aan, en zijn weduwe, Maria van Mattemburgh, stichtte in 1847 het landhuis. De stijltuin werd tussen 1843 en 1878 aangelegd. De kleindochter van Cuypers, Marie Louise Cuypers, trouwde met de Franse graaf Pelletier de Chambure, waaraan ze haar bijnaam het gravinneke had te danken. Toen de gravin in 1967 stierf verzocht ze haar man om het landgoed aan de Stichting Brabants Landschap te verkopen, hetgeen in 1970 geschiedde. De tuin en het landgoed werden bovendien, na het overlijden van de graaf in 1982, aan het Brabants Landschap geschonken.

Cultuur

Het wit gepleisterde, neoclassicistische landhuis met souterrain is gebouwd tussen 1851 en 1854. Bij het huis is een monumentale oranjerie, met hoger middendeel en twee gebogen zijvleugels, het geheel uitgevoerd in baksteen met pilasters. Neoclassicistisch wil zoveel zeggen als met sobere, strenge, doch rustige vormen. Opdrachtgeefster tot de bouw was Maria van Mattemburgh. In 1878 werd er nog een serre aan toegevoegd. Aan de straatkant van het landhuis bevindt zich een heuvelachtig bloembed in de stijl van Pückler-Muskau.

Ook zijn er nog een koetshuis en een gepleisterd achthoekig theekoepeltje met houten bekroning.

De romantische parkaanleg met een Engelse en een Franse tuin is uit omstreeks 1878. Deze heeft een oppervlakte van 17 ha. Aangezien de tuin op de Brabantse Wal ligt en dus een sterk hoogteverschil kent, werd hiervan gebruim gemaakt door de tuinarchitecten. Het theekoepeltje ligt op een kunstmatig heuveltje van 11 m boven NAP. Van daar uit lopen drie zichtassen, één naar het Markiezaatsmeer en twee in de richting van De Blaffert. Onder het theehuis bevindt zich een ijskelder, waarin zich tegenwoordig vleermuizen bevinden, zoals baardvleermuis, watervleermuis, franjestaart en grootoorvleermuis.

In het gazon bevindt zich een meanderende vijver die overgaat in het beekje De Blaffert, en waarover twee bruggetjes liggen, een Chinees bruggetje en een bruggetje dat is opgebouwd uit rotsblokken. De tuin bevat een aantal beelden, die tussen 1990 en 1995 werden geplaatst.

Op het landgoed ligt de langgevelboerderij Hildernisse (Hildernisse 1), in oorsprong 17de-eeuws maar in haar huidige gedaante daterend uit het midden van de 18de eeuw. In de westgevel bevindt zich een nis met Mariabeeld. Bij de boerderij horen een schuur en een bakhuis.

De tuin wordt gerekend tot de vijf meest belangwekkende stijltuinen van Nederland.

Natuur

Ten oosten van de A58 bevindt zich een bosreservaat van 150 ha. Het grove dennenbos aldaar werd in de jaren '80 van de 19e eeuw aangeplant op jong stuifzand. Reeds de vader van Marie Louise, Aymon Cuypers, liet de natuur hier zijn gang gaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakten de bomen doorzeefd met granaatscherven en kogels, waardoor houtwinning niet aantrekkelijk was. Aldus bleef veel dood hout liggen, maar er heeft zich nog steeds nauwelijks een humuslaag gevormd. In dit reservaat wordt de natuurlijke ontwikkeling van dennenbos naar eiken-berkenbos gevolgd, maar deze verloopt hier uiterst langzaam.

In het bos liggen twee vennen: Het Bloempjesven en het Meeven. Het eerste is bedekt met witte waterlelie, in het tweede komt moerashertshooi voor.

Ten westen van de A58 ligt, behalve de tuin en het landhuis, een gemengd bos op lemige grond, dat omstreeks 1900 werd aangeplant. Ook hier worden sinds 1970 geen beheerswerkzaamheden meer verricht. Er groeien gewone eikvaren, lelietje-van-dalen, dalkruid en gewone salomonszegel. Enkele hectaren eikenhakhout leveren materiaal voor de traditionele weervisserij.

Broedvogels in dit gebied zijn: havik, buizerd, sperwer, boomvalk, torenvalk, holenduif en tal van spechtensoorten waaronder zwarte specht. De bergeend broedt in het dal van De Blaffert.

Beheer

Tegenwoordig wordt getracht om de kwel te bufferen, zodat de bovenloop van De Blaffert langer nat blijft. In de laaggelegen Augustapolder, die ten noorden van dit gebied ligt, worden sloten gedempt en poelen gegraven, waardoor de van de Brabantse Wal afkomstige kwel eveneens langer wordt vastgehouden.