Boekenweek: van 7 maart t/m 15 maart 2020
Boekenweek in Nederland vraagt aandacht voor het geschreven woord en zij die deze optekenen. Schrijvers en dichters die ons vele uren ontspanning en plezier brengen. Nederland en België huisvest zovele talenten. Schrijvers die de meest waanzinnige boeken en bundels creëren, waarin wij als lezer totaal in kunnen verdrinken. Helaas verzuimen vele boekhandels, bibliotheken en zogenaamde literaire deskundigen aandacht te besteden aan die vele schrijvers en dichters die aldus onder de radar blijven van het grote publiek.
Wij van BoZinBeeld.nl willen graag een aantal van die relatief onbekende schrijvers graag onder het voetlicht brengen. Zo presenteren we hier Johan Klein Haneveld:
• Vraag 1: Stel jezelf eens voor, wie ben je?
Ik ben Johan Klein Haneveld, geboren in 1976 en sinds 2013 getrouwd met Bianca. We wonen in Delft. Mijn geld verdien ik als eindredacteur van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde en daarnaast ben ik schrijver. Ik schrijf niet alleen romans en korte verhalen, maar schrijf ook recensies voor het tijdschrift Fantastische Vertellingen. Voor de websites Fantasy-schrijven en Modern Myths schrijf ik geregeld essays en top 5’s. Ik hou daarnaast ook van tekenen en publiceer op mijn facebookpagina twee keer per week het stripje ‘Schrijversperikelen’. Verder lees ik graag, hou ik van films en bezoek ik met Bianca graag musea en dierentuinen. We hebben ook nog vier aquariums en een lieve, maar ondeugende hamster.
• Vraag 2: Wat maakt jou tot schrijver?
Ik schreef mijn eerste boekje toen ik acht was, een non-fictie verhandeling over de evolutietheorie van ‘Chales Dawin’, compleet met illustraties. In genoot op de basisschool van het schrijven van opstellen, maar vond dat we daar te weinig opdrachten voor kregen, dus ging ik ook voor mezelf verhalen schrijven. Op de middelbare school produceerde ik mappen vol avonturenverhalen. Mijn debuutroman ‘Neptunus’ verscheen in 2001 bij Kok Voorhoeve en die uitgeverij bracht in 2002 ook ‘Het wrak’ uit – een geschenk voor in de maand van het spannende boek. Daarna was het even stil omdat ik in een writersblock terecht was gekomen, maar vanaf najaar 2012 ben ik weer actief verhalen aan het schrijven. En nu kan ik niet meer zonder. Als ik te lang niet schrijf, word ik heel chagrijnig.
• Vraag 3: Kun je wat vertellen over je “schrijfsels”
Mijn allereerste verhaal dat ik buiten schooltijd schreef voor mezelf ging over een mosasaurus. Het tweede ging over het monster van Loch Ness. Dinosaurussen stonden centraal in de eerste avonturenroman die ik als tiener produceerde: ‘Joost en Cliff en het eiland der pterodactylen’. Als je bedenkt dat het boekje dat ik schreef op mijn achtste ook over dinosaurussen ging, wordt er een rode draad zichtbaar … Ik hou van avontuurlijke verhalen, waarbij de hoofdpersonen nieuwe werelden ontdekken en bijzondere dieren en planten tegenkomen. Maar mijn karakters streden ook al snel tegen boosaardige lieden die zorgeloos omgingen met de natuur en bijvoorbeeld olifanten stroopten om hun ivoor. De hoofdpersonen uit de verhalen die ik als tiener schreef kwamen daarnaast terecht in de toekomst, in een tijd dat de wereld door het broeikaseffect onder water was komen te staan … Al die thema’s kun je nog steeds in mijn verhalen terugvinden. Ook de dinosaurussen, in ‘De gevonden wereld’, mijn novelle die in 2019 verscheen bij Uitgeverij Macc.
• Vraag 4: Tot welke genre(s) kunnen we jouw pennenvruchten rekenen en waarom?
Ik schrijf in het fantastische genre. Eigenlijk bevatten bijna al mijn verhalen elementen uit de sciencefiction. Ik ben al van jongs af aan geïnteresseerd in de natuur en in de wetenschap en denk ook graag na over de mogelijkheden van de toekomst. Dat zie je in mijn verhalen terug. Vooral mijn roman ‘De afvallige ster’ en de bundel ‘Conquistador’ zijn voorbeelden van degelijke sciencefiction. Daarnaast schrijf ik fantasy. Mijn tweeluik ‘De Krakenvorst’ vertelt een fantasyverhaal waar een verdwenen beschaving mysterieuze artefacten heeft achtergelaten. Is het magie of technologie? Tenslotte heb ik ook het horrorgenre ontdekt. Mijn bundel ‘Ruisreizigers’ bevat beklemmende sciencefictionverhalen en horror – want niet alle mogelijkheden van de wetenschap en de techniek zijn even vriendelijk …
• Vraag 5: Heb je een boodschap(pen) voor je publiek?
Een recensent noemde mij ‘een van de meest geëngageerde auteurs met betrekking tot het milieu’ en ook al weet ik niet of hij daarmee gelijk had, ik was er toch trots op, want het laat zien dat mijn boodschap spreekt uit mijn verhalen. Ik maak me namelijk zorgen over de manier waarop wij als mensen omgaan met onze omgeving. We roeien diersoorten uit, kappen regenwouden om en vervuilen de atmosfeer. Dat heeft gevolgen voor de natuur en voor onze eigen overleving. Maar vooral zou ik willen dat we als mensen weer wat aandachtiger gingen kijken naar de natuur die ons omringt. Zelfs als je gewoon in een slootje kijkt, of door het bos wandelt, ontdek je verborgen schatten, onvermoede schoonheid. Vogels, vlinders, vissen en kevers, ze hebben elk hun eigen gedrag en hun eigen plek in het ecosysteem. En als ze eenmaal verdwenen zijn komen ze niet meer terug. Door mijn verhalen hoop ik mensen een beetje de ogen te openen voor hoe mooi de natuur is, maar ook hoe kwetsbaar en het beschermen waard.
• Vraag 6: Waar ben je tot nu toe het meeste trots op?
Verschillende lezers hebben me verteld dat ze proberen al mijn boeken te lezen of dat ik een van hun favoriete schrijvers ben. Daar doe ik het voor! Maar ik ben er ook trots op dat ik 25 schrijvers bereid vond om mee te werken aan ‘Voorbij de storm’, een bundel met SF-verhalen over klimaatverandering die deze zomer uitkomt bij Uitgeverij Macc. Bijna iedereen die ik vroeg wilde meewerken en de bundel ligt nu bij de uitgever. Ik hoop dat deze bundel lezers aan het denken zet over de manier waarop we als mensheid omgaan met onze wereld, maar ook dat ze ontdekken welk talent er in Nederland is in het fantastische genre. Het samenstellen van ‘Voorbij de storm’ was zo leuk dat ik nog wel een keer zo’n project wil oppakken.
• Vraag 7: Heb je wensen / dromen?
Mijn doel is mezelf als schrijver niet te herhalen en boeken te schrijven in diverse genres. Zo hoop ik een jeugdboek te schrijven samen met een bevriende illustrator en zou ik ook stripverhaal willen schrijven (en misschien wel tekenen). Waar ik soms ook over nadenk is om ooit een SF-tijdschrift uit te brengen waarin echt de sciencefiction centraal staat. Als mijn boeken vertaald zouden worden in het Engels of een andere taal zou dat ook een grote eer zijn. Nog een stapje groter is de droom dat er ooit een keer een film of een Netflixserie gemaakt wordt van een van mijn boeken of verhalen. Niet alleen omdat ik er zelf benieuwd naar ben hoe een filmmaker mijn ideeën in beeld brengt, maar ook omdat zo meer mensen ontdekken dat er Nederlandstalige SF- en fantasyschrijvers actief zijn. De ultieme droom is zoals bij veel schrijvers dat ik fulltime met mijn passie bezig zou kunnen zijn, maar ook als die niet uitkomt, blijf ik doorgaan met het vertellen van verhalen.
• Vraag 8: Welke publicaties heb je op je naam, bij welke uitgever en waar kunnen we die bemachtigen?
Ondertussen zijn er zeventien boeken van mij uitgekomen. Daarnaast heb ik meegewerkt aan heel wat verhalenbundels. Al mijn boeken zijn te bestellen bij de boekwinkels – ook online, en natuurlijk op de websites van mijn uitgevers. Dat geldt in elk geval voor mijn recente uitgaves.
De Krakenvorst, boek 1: Keruga (2016) en De Krakenvorst, boek 2: Kartaalmon (2017) verschenen bij Uitgeverij Macc. Dit is een fantasytweeluik waarin drie jonge hoofdpersonen betrokken raken bij een strijd om de toekomst van het land Kartaalmon, waar oude volken en nieuwe religies botsen.
Bij Godijn Publishing verschenen van mij ondertussen vier verhalenbundels. Conquistador (2017) en Het teken in de lucht (2018) bevatten SF-verhalen. Ruisreizigers (2020) staat vol met horrorverhalen en beklemmende sciencefiction. Conquistador Extended (2020) is een uitgebreide versie van Conquistador met twee nieuwe verhalen en achtergrondinformatie.
Mijn SF-roman ‘De afvallige ster’ kwam eind 2018 uit bij Uitgeverij Macc en behandelt een gevoelig thema (pesten) in een verre, bijna onherkenbare toekomst. Ook de SF-roman ‘De quantumdetectives’, die ik schreef samen met Theo Barkel, werd door Uitgeverij Macc gepubliceerd in 2019. Deze futuristische thriller blijft dichter bij huis.
Dat geldt ook voor de Ziltpunknovelle ‘Plastic Vriend’ die in 2019 uitkwam bij Godijn Publishing en waarvan de royalty’s gaan naar de Plastic Soup Foundation. Andere novelles die ik schreef waren ‘Acmala’, een verhaal dat zich afspeelt in de labyrintwereld Dizary en in 2018 werd gepubliceerd door Uitgeverij Versa, en ‘De gevonden wereld’, deel 5 van de Castlefest Kronieken die in 2019 verscheen bij Uitgeverij Macc.
Tenslotte had ik de eer te mogen meewerken aan de serie De zwijgende aarde van Quasis. Mijn boek ‘IJsbrekers’ was het vijfde en laatste deel van deze reeks waar zes SF-schrijvers aan meewerkten. Elk boek speelt zich af in dezelfde wereld, maar op een andere locatie. Ze zijn allemaal los van elkaar te lezen, maar het volledige plaatje krijg je pas als je de hele serie leest.
Later in 2020 verschijnen van mijn hand bij Godijn Publishing de post-apocalyptische fantasyroman ‘Hoeder van de vulkaan’ en bij Uitgeverij Macc de dystopische SF-roman ‘De groene toren’.
• Vraag 9: Zijn er binnenkort gelegenheden / evenementen waar we je kunnen ontmoeten?
Ik ben te vinden op veel verschillend festivals. Op zaterdag 28 maart sta ik op het Dutch Comiccon bij Uitgeverij Versa. Op 26 april ben ik te vinden in de kraam van Godijn Publishing op Elfia. 23 en 24 mei kun je me tegenkomen op Keltfest en begin augustus ben ik het hele weekend op Castlefest. In het najaar volgen Elfia in Arcen, Fantasyfest en HSFcon.