Afgelopen week vond ik een berichtje in mijn mailbox.

De afzender was mijn vriend Albert Hagenaars. Voor wie van lezen hield, en daar ook wat dieper op in wilde gaan, stond er een ware traktatie te wachten.

Zondagochtend was het dus vroeg op voor de liefhebbers van proza en poëzie. Immers Schrijven & Schrappen organiseerde een literair ontbijt en hadden daarvoor vier schrijvers uitgenodigd, om te vertellen over hun pennenvruchten en hun schrijversperikelen.

Anna Walschaerts, Hanneke Stuart, Peter van der Graaf en Rianna Acda vormen het viertal van Schrijven & Schrappen en organiseren allerlei evenementen rondom “schrijven”. Een voor een zouden ze ieder een schrijver bestoken met vragen. Vanochtend waren er twee dames en twee heren uitgenodigd; twee Vlamingen en twee Nederlanders, maar ook waren het twee debutanten en twee ervaren schrijvers.

Met Albert Hagenaars als eerste spreker, ontmoeten we een Bergenaar die in het Nederlandstalige vakgebied zijn sporen al ruimschoots heeft verdiend. Hij nam ons mee op zijn avonturen; Nederland, andere delen van Europa, maar ook zijn tweede moederland Indonesië vertolken daarin een grote rol. Albert is een bevlogen man, in alles wat hij doet. Zo kwam de vraag of hij soms niet te veel vraagt van de lezer? Alberts poëzie kent namelijk altijd meerdere lagen. Je moet zijn gedichten meerdere keren lezen om tot die lagen te kunnen doordringen; het vergt moeite van de lezer. Albert pareert de vraag. Mag hij dit niet van de lezer eisen? Immers hijzelf heeft bij de totstandkoming van een gedicht dikwijls al een grote worsteling achter de rug om zijn werk te laten worden tot wat het is. Het vergt schrappen, nogmaals schrijven, wegleggen om later nog een keer op dit ene gedicht terug te komen. Natuurlijk mag een lezer zich een soortgelijke “ontdekking” laten ondergaan door de nodige moeite te tonen.

Dirk Van Boxem had al wel eerder verhalen gepubliceerd, maar deze sympathieke Vlaming kende pas onlangs zijn debuut met het boel Morgenster. Het gaat met name over een huis. Het verhaal wordt dan ook vanuit dit perspectief verteld en kent de nodige kantelingen in het boek. Voor mensen die ook het schrijverspad wensen te bewandelen, heeft hij één grote tip: Discipline!! Zorg er voor dat je een regelmaat vindt in je schrijven; leg jezelf een geplande periodiek op om voort te gaan.

Anne Vegter was tussen 2013 en 2017 Dichter des Vaderlands, en daarmee was er een topper binnen daar op locatie Jac Danst. Zij vertelde met name ook over de “kosten” in het schrijvershuishoudboekje. Ofwel hoe haar schrijverscarrière ook persoonlijke offers vroeg in haar leven. Anne is een bevlogen schrijfster. Dat merk je aan haar lichaamstaal. Als zij praat, dan praten handen en armen, maar vooral ook haar ogen mee. Als ze voorleest over vluchtelingen vanuit een ander perspectief, wat als wij die vluchtelingen zouden zijn, dan is de hele ruimte muisstil. Anne is iemand die direct tot de ziel van haar toehoorders weet te geraken. Het is een zeldzame gave en allen hangen aan haar lippen. 

Lore Mutsaers is een jonge Belgische die onlangs haar debuut als schrijver maakte met het boek “Dwaal zacht”. Zij wist het publiek te boeien met haar verhaal over de hele worsteling van het verzamelen en ordenen van zinnen tot de totstandkoming van haar debuutroman. Het is een herkenbaar pad van de debutant. Er komst immers zoveel op je pad. Ze vertelt over de momenten dat haar vrienden “op café” gaan en zij nog werk heeft. De opmerkingen moeten verwerkt worden. Haar pagina’s worden manuscript, om dan weer de ene na de andere verbeterslag in te gaan, voordat het weer een manuscript wordt, waarmee de uitgever aan de slag gaat. Foto’s moeten gemaakt worden, de cover opgesteld, en nog zoveel meer. 

De opkomst was goed, het ontbijt bood allerlei lekkernijen en het was een hele interessante en aangename ochtend. Zoiets vraagt om herhaling, want deze ochtend was een literaire traktatie.