Een man uit en van het volk.  Het weer is aangenaam en Maarten staat me al buiten op te wachten. Opnieuw is daar die stevige handdruk, en die warme groet. Dat is nu één van onze wethouders.

Nog wel, want na 20 oktober zal hij als wethouder de Bergse gemeenschap ontvallen.

 

Als we aan ons eerste pilsje zitten kom ik er achter dat Maarten eigenlijk Martien heet. Echter, zijn opa heette Maarten, of wel Mèèrten uitgesproken, en het was vanzelfsprekend dat kleinkinderen naar hun opa vernoemd werden. Het werd dus al snel Maarten van Eekelen.

Maarten is in de maand augustus 70 jaar geworden. “Dat was mede een oorzaak om te stoppen met de politiek. Maar er was meer. Ik vond het belangrijk om zelf het moment te bepalen dat ik ging stoppen. Ook al omdat ik de partij (GB/WP) de gelegenheid wilde geven om mijn opvolger te laten inleren”. Het is in Bergen op Zoom wel uniek dat een wethouder tot zijn 70e actief blijft. Voor de mensen die het willen weten, Maarten werkt tot en met 20 oktober, en heeft zijn afscheidsreceptie op 19 oktober. Tijdens het gesprek wordt duidelijk dat de komaf van Maarten een duidelijke rol speelt in heel zijn politieke engagement. Geboren in de arbeiderskringen, heeft hij altijd al de arbeider voorop gesteld. “Mijn afkomst verloochen ik niet, ik ben er zelfs trots op. Ik ben zelf van eenvoudige komaf en die mensen stelen mijn bewondering”. Wethouder van Eekelen was ook altijd het sociale gezicht van het college. Daar waar anderen de weg van het harde woord kiezen, of zich verdiepen in teveel cijfertjes, daar heeft Maarten altijd bewust voor de mens gekozen. “Ik ben er voor de mensen, en bij die mensen heb je stenen nodig. En al die mensen die werken, veelal als vrijwilliger hun steentje bijdragen, die zijn noodzakelijk. Als bestuurder moet je het uitstralen dat je juist dat waardeert. Zonder de mensen bestaat er geen gemeenschap. En als politicus ben je er allereerst voor de mensen”. Maarten geniet ook van de omgang met mensen. Je ziet hem op veel evenementen of gebeurtenissen. Daartoe heeft hij die uitnodiging niet eens nodig. Hij vindt het nodig om je als politicus te laten zien. “Ik hou van mensen. Eigenlijk kun je van mijn portefeuille zeggen – dat zijn mensen. En daar haal ik ook mijn energie vandaan; om samen met mensen te werken voor mensen”. Als Maarten vertelt waar hij nu trots op is, van kleine resultaten tot grote projecten, het komt altijd terug op de stad Bergen op Zoom en haar bewoners. Hij kan vol vuur vertellen over die Bergse bandjes en fanfares die hij in andere steden tegen komt. Bergse mensen die met enthousiasme en waardigheid de naam van Bergen op Zoom uitdragen. Wel nu, deze stad zal de warme en hartelijke wethouder die Maarten van Eekelen is zeker missen. Hij was de cement tussen de theocraten en de technocraten. De verbinding naar de bewoners van deze regio. Ik ben benieuwd wie deze rol kan overnemen.

Maarten van Eekelen is op De Kladde geboren, zelfs in café De Kladde. Pa was landarbeider en ma runde het café. In dat café zaten nogal wat bonden als de landarbeiderspartij, en de katholieke arbeidersbeweging, dus het was niet vreemd dat Maarten met een zekere politieke betrokkenheid opgroeide. “We mochten er natuurlijk niet bij zijn als klein kind, maar we zaten wel door de spleetjes te kijken. Dan zag je die arbeiders, allemaal met verweerde koppen, en gekleed alsof ze 20 jaar ouder waren dan ze waren”. Maarten verhaalt over de knoet van de werkgevers en de geestelijkheid. Maar ook over de invloed van de hoofden van de scholen in een dorp als Lepelstraat. Daar ziet hij ook het ontstaan van het onderhuidse verzet en de vorming tot bonden. Maarten en zijn broers waren al snel actief in de arbeidersvakbonden. Jan van Eekelen was de grondlegger van de Werknemers Partij. Toen Jan op 2 december 1991 overleed, nam Maarten het stokje over, en in februari was hij raadslid in Halsteren.

 

Zijn diensttijd vervulde Maarten in Nieuw Guinea, waar tijdens zijn ruim een jaar afwezigheid z’n moeder overleed. “Dat was heel heftig, want je was zelf ver van huis”.
Zie http://www.lepelstraat.com/geschiedenis/Nieuw-Guinea/index.htm

Als scholing heeft Maarten de Tuinbouw school gevolgd, en wat later de avond landbouwschool. Toen hij na de oorlog bij AKZO ging werken heeft hij verdere studies gevolgd in de chemie en de logistiek. Hij heeft nog wel een boodschap voor de jongeren: “Benut je tijd om te leren, dat is heel belangrijk voor later!” In die tijd was het heel gewoon dat er ook zaterdags gewerkt werd. Als je al wilde uitgaan kwam je al gauw op de zondag uit. “Er waren in de omgeving een aantal cafés die met regelmaat een bal hadden. Bijvoorbeeld de 1e zondag van de maand in Halsteren, de 2e in Steenbergen, vervolgens Lepelstraat en Nieuw Vossemeer. Er speelde bandjes die op het biljart zaten, en dat was de ambiance. “En als we niet naar een bal gingen, dan trokken we naar Bergen, naar de Ahoy bar of de Tojo, of bij De Kort in de Steenbergse Straat (het huidige Poncin)”.  Het is duidelijk dat zijn geboorte in een café niet tot een afkeer van het uitgaansleven heeft geleid. Maarten komt over als een echt Bourgondisch karakter die zeker van het leven kan genieten. Zo vertelt hij verder: “Het leuke bij een bal in Nieuw Vossemeer was het feit dat er veel Zeeuwen kwamen. Het pontje naar de overkant ging al om 22:00 uur. Dus stel je voor dat je een mooie leuke Zeeuwse aan de haak had geslagen, dan moest je proberen voor half tien het café te verlaten wilde je nog even tijd voor je meisje hebben. Als je te lang wachtte dan restte niet meer dan een korte kus want dan moest ze snel naar de pont toe”. Maarten zit hartelijk te lachen als hij deze anekdote verteld. Zoals je die lach wel vaker ziet. Hij vertelt hoe het toen heel gewoon was dat je het geld dat je verdiende met werken thuis afgaf. En dat je in de avonduren ‘peeje ging dunnen’ of stukken land ging wieden. Dat geld was dan om te stappen of zo. Een andere bezigheid was de Toneelvereniging ‘Voor Eer en Deugd’. Slechts leden van de bond mochten deelnemen, en dan nog alleen mannen want het was ‘herentoneel’. Maarten zelf had een voorkeur voor dramatische serieuze stukken met echte karakterrollen. “Het ging meestal wel om een industrieel of een boerenbedrijf, waar in het gezin een buitenbeentje zat. Maar het kwam altijd wel weer goed”. Maarten heeft al die stukken nog bewaard en onlangs aan Kees van Broekhoven gegeven. Een andere passie is de duivensport, waar hij zelfs aan internationale wedstrijden deel neemt. “Als ik straks wat meer tijd heb, denk ik dat ik me er nog meer mee ga bezighouden”. Zo zal hij zich ook als liefhebber met kunst blijven bezig houden, gewoonweg omdat het trekt en interesseert. “Maar je mag natuurlijk mijn vrouw Hannie niet vergeten, waar ik in 1964 mee ben getrouwd, en met wie ik een zoon en een dochter heb mogen krijgen. Zij zijn erg belangrijk en zeker een goede reden om trots op te zijn”. Toch keert het gesprek keer en keer terug naar de stad en wat er hier niet te bewonderen valt. “Kijk nu eens rond in Bergen op Zoom, er is zoveel om trots op te zijn. Ik ben er trots op dat ik als wethouder daar aan deel heb mogen nemen. Mijn oproep aan de politiek is dan ook om te onderkennen dat het verenigingsleven in Bergen de cement van de samenleving is, daar mag je niet aan tornen. En iedereen roept het wel, maar doe er dan ook iets mee. Het is als politiek belangrijk om je zelf te laten zien, en om uit te stralen ‘jullie zijn ook belangrijk’. Pak dit op als politiek!” Zo vlamt de passie in Maarten’s ogen weer op en zie je een bevlogen wethouder voor je. Nog wel, want na 20 oktober verliest de gemeente Bergen op Zoom één van haar charmantste leden uit de politiek; een man uit en van het volk.