Page 8 - Over Berrege gesproken
P. 8
Dirk had zijn jas en shawl weer aan en omgedaan. Hij
zou naar de Zeekant lopen, daar was vast een
brievenbus voor Wana.
Zo liep hij door de vrieskou naar het Scheld. Eenmaal
daar aangekomen keek hij om zich heen, maar al wat
hij zag, geen een brievenbus. Ach, wat had hij ook
gedacht. Zijn vader riep al jaren dat Wana helemaal
niet bestond en lachte hem uit als hij vol trots over
het gerijke van de Bergse heks had gesproken. Hij
keek nog eens naar de brief en in een vlaag van
frustratie gooide hij hem in de prullenbak die vlak bij
hem stond. Hij schudde het hoofd en sjokte langzaam
naar huis.
Even later landde een grote kraai op de prullenbak.
Met zijn zwarte snavel pakte hij de verfrommelde
brief op en vloog weg richting slikken. Hij landde op
een van de schorren en stiet een luide kreet uit.
Vanuit een van de slikken kwam een logge krab aan
schuifelen. Nogmaals liet de kraai een luide kreet
horen terwijl de krab zijn scharen kruiste. Vervolgens
pakte hij met een schaar het propje papier uit de bek
van de kraai en verdween weer in de slikken. De kraai
steeg op en vloog de wijk de Zeekant weer in.