Page 13 - Over Berrege gesproken
P. 13
‘Witte wa, ons Ma zee altijd: “Dèèr motte pliessie nar
kijke.” Amme nou ’s steketee d’rbij ‘ale? Amme die nou ’s
vrage?’ ‘Of wa dochte van de Gróótste Boer? Die ken alle
regels, die zal toch wel wete oedattie ketrakte werreke?’
Henk had zijn vuist opgestoken bij deze uitspraak. Ze
moesten iets doen.
Drieste Dirk zuchtte eens diep: ‘Witte wa, me kennen
Wana ’n brief schrijve. Da pakte goed uit de vorige keer,
witte nog oesse de kessemis redde?’ Henk en Theo
knikten met fonkelende ogen. Dat was mooi geweest ja,
hoe Wana er voor gezorgd had dat heel Bergen op Zoom
speciaal versierd was. Het was een prachtige kerstmis
geworden, en de Vastenavend die er op volgde was
super geweest, stikstéénleutig.
Dus pakte Theo zijn schrift van school en scheurde er
een blaadje uit. Hij gaf het vervolgens aan Henk samen
met zijn mooie balpen, die hij nog van Sinterklaas had
gekregen. ‘Ier, gij ken ’t mooiste schrijve.’
Even zaten ze te simmen wat ze nu eigenlijk moesten
schrijven, maar na een paar minuten overleg waren ze er
aan uit: