Page 10 - Over Berrege gesproken
P. 10
Ondertussen was een hele troep krabben de stad ingetogen. Hele slierten zeewier werden
rondom lantaarnpalen gevlochten, langs deurposten en raamkozijnen. De krabben braken
in bij de winkels en horeca en versierden alles. Zelfs de Peperbus werd speciaal aangekleed.
Het zeewier was bekleed met allerlei kreukels, schelpen en zeesterren. Ze gaven licht. Dit
was wel de mooiste kerstversiering die er ooit was geweest.
Toen de mensen wakker werden, waren ze vrolijk. De stad was warm en licht. Het leek zelfs
of de temperatuur aangenamer was en iedereen had zin in het feest en had een glimlach
op zijn of haar gezicht. Iedereen groette elkaar met omhelzingen.
‘Dirk, g’et post, t’is van Wana.’ Dirk haastte zich naar beneden toen zijn vader riep. Het was
een bruine envelop, dichtgebonden met een streng zeewier. “aan mijn trouw kreukeltje
Dirk” stond er op de envelop te lezen, met als afzender “WANA”.
Met bevende handen opende Dirk voorzichtig de envelop en las de brief die er in zat:
‘Beste Dirk,
Mee trane in me n’òòge ebbik jouw briefke geleze. Bekant was de winterwerremte verlore
gegaan en ad de Vastenavend gevaar gelòòpe. Glukkig edde gij mijn gewaarschuuwd en
ebbik in kenne grijpe.
Best kreukeltje, gij et ’t art vor Vastenavend en ge zit vor altij in mijn ‘art. Nou wittik ’t zeker,
wie de jeugd et, et de toekomst.
Dagge bedankt zijd da witte
Wana’
En zo had Wana kerstmis gered.