Page 39 - Over Berrege gesproken
P. 39

De paus knikte, dit was inderdaad het verstandigste. Hij wees
                                                                                         naar de kardinaal die dit geopperd had: ‘Beste Benedictus

                                                                                         Wissikmarwattus, gij gaat op onderzoek naar de identiteit van

                                                                                         deze man. Rivierengebied zeiden ze, dus trek naar Rijn, Maas of

                                                                                         Waal, wellicht de Schelde of de Zoom, want daar liggen wellicht
                                                                                         antwoorden. Begin maar in Remagen, daar weten ze misschien

                                                                                         meer.’



                                                                                         En zo geschiedde. Vergezeld met enkele leden van de Zwitserse

                                                                                         Garde toog de kardinaal naar Remagen waar hij de kerk vond. Hij

                                                                                         vroeg wat nonnen of ze ooit van een dergelijke pelgrim hadden
                                                                                         gehoord. Hij toonde hen het sieraad dat op het lichaam van de

                                                                                         man gevonden was. Niemand herkende het kleinood. Tot een

                                                                                         hele oude non naar voren stapte. ‘Mag ik dat eens zien?’ vroeg
                                                                                         ze. Ze nam het sieraad tussen duim en wijsvinger. ‘Ja, ik herken

                                                                                         dit. Dit is een krab, een krab met een ode aan het leven in de

                                                                                         vorm van een hartje. Ik weet wel waar dit vandaan komt. Net

                                                                                         achter Antwerpen ligt een kleine stad met de naam Bergen op
                                                                                         Zoom. De bewoners noemen zich in carnavalstijd krabben, hun

                                                                                         stad noemen ze dan “Krabbegat”. Als je wilt weten wie deze man

                                                                                         is, kun je volgens mij het best je zoektocht in deze stad beginnen.’
   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44