Maar iedereen kan toch werken?’

Het was een opmerking die tot diep in mijn ziel sneed. Een opmerking tijdens een van de twee workshops die mijn werkgever Bravis organiseerde. 

Alleen al de onderwerpen van deze workshops (“De impact van het mogelijke verlies van je baan” en “van WIA aanvraag tot beslissing”) zijn behoorlijk confronterend. Een confrontatie die de handtekening lijkt te zijn van mijn tweede leven.

Ik werkte met heel veel plezier bij het Bravis Ziekenhuis over beide vestigingen in Bergen op Zoom en Roosendaal. Ik hou van mijn werk en heb geweldige collega’s. Daarnaast werkte ik met heel veel plezier aan mijn nieuwssite www.bozinbeeld.nl, schreef boeken, was betrokken bij de organisatie van evenementen en genoot van het Bourgondische leven in Bergen op Zoom. Motorrijden was al 43 jaar mijn grote liefde en nu ik eindelijk mijn droommotor had, een Indian Scout, kleurden vele ritjes mijn leven.

Maar in maart 2022 zou alles in één harde plotse klap veranderen. Ik ging eindelijk eens met gezondheidsklachten naar de huisarts (iets dat ik eigenlijk nooit doe) die me vervolgens naar het ziekenhuis verwees voor een longfoto. In de middag vroeg de huisarts me toch maar naar de spoedeisende hulp te Roosendaal te gaan, waar ik vervolgens niet meer weg mocht en drie weken gelegen heb.

Blijkbaar had ik een hartinfarct gehad, en er gewoon mee doorgelopen omdat ik het zelf niet gemerkt heb. In het ziekenhuis kwam daar nog de constatering van een herseninfarct bij, dubbel pech dus. Of moet ik zeggen, dubbel geluk? Immers, beide infarcten hadden mijn leven helemaal weg kunnen nemen.

Mijn revalidatie, na het plaatsen van drie stents, ging eigenlijk best goed. Ook stapte ik weer op de motor om American Day te Hoogerheide te bezoeken. Het leven lachte weer 😉

Toen bezocht Covid-19 ook mij, een fikse infectie wierp mij helemaal terug en ik ben eigenlijk van de combinatie van die drie (beide infarcten en Corona) nooit meer hersteld.

Ik heb problemen met te veel prikkels. Het leidt tot zware hoofdpijn, het gevoel dat ik blind word (ken je het, alsof een foto overbelicht is en het beeld verdwijnt in een witte waas?) en oververmoeidheid. Ik zoek dan de rust van de bank op, zet de televisie uit en kan ook geen geluid dulden. 

Sowieso ben ik erg snel vermoeid. Daarbij komt dat een lichte verkoudheid er al voor zorgt dat het beetje conditie dat ik opbouw, weer tot onder de grond afgebroken wordt, pffff balen.

Werk achter de computer lukt me weer een beetje, maar ook dat is afhankelijk of ik een goede dag heb of niet. Soms krijg ik een knallende hoofdpijn na het lezen van slechts één email, kwestie van accepteren en alles uitzetten om de rust van de bank op te zoeken. Er zijn ook dagen dat ik de computer niet eens hoef aan te zetten.

Accepteren, dat is een sleutelwoord tegenwoordig. Accepteren dat ik niet naar een bruiloft van een neefje kon, omdat de lange reis en de drukte ervoor zouden zorgen dat ik te veel prikkels en vermoeidheid en de daarbij behorende pijn en verschijnselen weer “op mijn bordje krijg”. Het is ook niet eerlijk ten opzichte van mijn broer Henk, die tegenwoordig mijn steun en toeverlaat is en als privé chauffeur me overal naar toe brengt, zoals naar psychische onderzoeken in Breda, of een bezoek aan het UWV. Ja, het UWV, omdat ik niet meer in staat geacht wordt om nog te werken. Iets waar ik me wel van bewust ben, maar wat nog steeds heel moeilijk voor me is. Begrijp je nu misschien waarom die opmerking van dat cursus lid door mijn hart sneed? Ik zou willen dat alles nog normaal was, toen ik nog kon werken, aan mijn site kon werken, op mijn motor tochtjes kon ondernemen met mijn broer Sjef, mijn neef Corne en m’n maten van de Berregse Baaikers. Toen ik nog tot midden in de nacht aan mijn manuscripten kon werken of met mijn broer Henk onze frequente autotochtjes “kon doen”. 

Nee, ik heb “een jas uitgedaan” zoals ze zeggen. Ik probeer nog regelmatig met vrienden een kroeg te bezoeken, maar het kan zijn dat je me plotsklaps ziet vertrekken, terwijl mijn eerste drankje nog het meer dan halfvolle glas siert. Sowieso vertrek ik als het te druk wordt, als er te veel prikkels zijn. Maar ook zijn er momenten dat ik me te druk maak, zoals met al die onderzoeken. Pijn in mijn borst herinnert me eraan dat ik me rustig moet houden. Maar dat weet ik rationeel wel, maar de werkelijkheid is toch iets anders. Ik barst van de inspiratie, maar het schrijven gaat me heel traag af. Zelfs deze kleine tekst heeft me twee dagen gekost, waarna de bank me telkens weer toelacht.

Ik heb veel last van mijn evenwicht, dus elk wandeltochtje is een gang vol opperste concentratie omdat het kleinste hobbeltje me al op de drempel van vallen kan brengen. Je wordt daar letterlijk ontzettend moe van, dus ik ben snel uitgeput.

Maar weet je, ik mag blij zijn, ik ben blij, dat ik dit soort dingen nog (of moet ik zeggen weer) kan doen. Dat ik mijn wandelingetjes kan doen of op een evenement als de Krabbenfoor weer mag “meedoen”, ondanks dat ik de dagen erop voor “pampus” op de bank lig bij te komen.

Er is elke dag weer een zonnetje dat me toezingt dat het leven verder gaat. Ja, ik begin langzaam te accepteren dat mijn oude leven achter me ligt, maar dat er nog zoveel mooie momenten voor me liggen.

Ik wen er aan om eindelijk eerlijk naar mezelf te zijn.

Dus als jullie me zien wandelen, of beter gezegd hobbelen 😉, als jullie me plots zien verdwijnen terwijl mijn glas nog grotendeels gevuld is, als jullie te lang wachten op dat nieuwe boek… heb geduld met me. 

Als jullie wellicht denken dat ik wel erg veel vrije dagen heb, bedenk dan dat ik slechts af en toe vrije dagen heb van het ziek zijn. Want hoewel ik het zelf ook nog niet helemaal wil aanvaarden, ik ben ziek. Mijn dagelijkse elf pillen herinneren mij er aan. Mijn dagelijkse beperkingen herinneren mij er aan. Mijn afhankelijkheid van anderen herinnert mij er aan. Het feit dat mijn geliefde Indian onaangeroerd in de garage staat en ik geen tochtjes meer kan ondernemen, herinnert mij er aan.

Maar zoals gezegd, de zon schijnt nog steeds, ik kan nog regelmatig genieten van een etentje, een moment met vrienden of familie, ik schrijf weer een gedichtje of een pagina in mijn nieuwe boek. Ik schiet weer eens een fotootje en struin door mijn archief om wat kiekjes te bewerken.

Ja, ik kan nog steeds genieten van mijn leven. Alles gaat wel wat trager, maar er is nog altijd weer een nieuwe dag in het vooruitzicht, met nieuwe einders om te ontdekken.

Aan jullie allemaal; koester het leven, geniet ervan en oordeel niet te snel over anderen. Je weet immers nooit wat er achter de façade van die glimlach verstopt gaat.

Het gaat jullie goed 😉