Het was vrijdagmiddag en ik had net mijn werk afgerond.
Op donderdag had ik nog telefonisch contact gehad met Peter Moelands, voormalig hoofd van de technische dienst in het Franciscus Ziekenhuis te Roosendaal en de man die me aannam als KAM coördinator. Helaas is hij niet meer bij Bravis werkzaam, maar we houden nog altijd contact. Het gesprek ging over van alles en nog wat en hij vroeg me hoe het met mijn schrijven ging. Ik vertelde over mijn beide Dossier boeken, over het Duitsland avontuur en mijn nieuwste manuscript. Het gesprek eindigde met mijn belofte dat ik beide Dossier boeken zou opsturen.
Echter, deze vrijdag kwam ik op het idee om zelf maar weer voor postbode te spelen. Als ik naar Wormer kon rijden om mijn zus Grada haar exemplaar van Dossier Europa te overhandigen, wat is dan een klein ritje naar Rotterdam? Ik besloot ook nog even mijn broer Henk te bellen, die is altijd wel te porren voor zo'n ritje. Dus zaten we al snel in de auto.
Helaas had ik Peter zelf net gemist en dus deponeerde ik beide Dossier boeken in zijn brievenbus. Aangezien hij vlak bij de rivier woont, besloten we een blik in de omgeving te werpen. Ik koerste naar de Willemshaven. Het is ene prachtige plek waar je oud en nieuw Rotterdam de degens ziet kruisen. Henk en ik hadden beiden onze camera meegenomen en dus kozen we al snel een parkeerplaats. Zoals altijd kiezen we ieder ons eigen routje en vonden al snel weer fraaie plekjes om te "kieken". Zo waren we een klein uurtje onder de pannen. Er volgde nog een ritje langs de havens voor we besloten de snelweg richting huis te kiezen. Zo in corona tijden is het lekker om er even tussenuit te zijn. We hebben tijd om wat bij te kletsen en vinden zo ook nog hartsikke mooie plekjes. Het proeft altijd naar meer, hopelijk wel in een tijd dat de terrasjes weer open zijn.
Terwijl ik de foto's bewerkte, maalde mijn hoofd vanzelf weer. De volgende woorden dwarrelden bij elkaar:
Rotterdam
Schaduwen uit het verleden kruipen over muren
waar handelswoorden prevelen en rijke namen
gebouwen sieren.
Oorlogsdaad en moderne vooruitgang slaan
bressen in historische taferelen, soms in
harmonie, even zo vaak in onbalans.
Maar een eeuwig kloppende ziel berijdt het
water, vervoert over betonnen plaveisel of
paradeert langs een deinend vergezicht.
Waar een stad ademt, Deelder zijn woorden
stalt en culturen smeltend hun pad vinden,
schrijdt de tijd voort in eeuwig leven.
Nog even meegenieten van wat fraaie plaatjes: