Een artikel in de krant trok mijn aandacht. Het ging om een stickertje op een deurpost.

Nou heb ik zelf ook een sticker bij mijn brievenbus; ik wil namelijk geen reclamefolders meer ontvangen. Maar daar ging het artikel niet over. Het ging om de deurpost van het huis van een historicus. Sterker nog, het zou om een “linkse” historicus gaan.

De term “links” is tegenwoordig populair. De “linkse kliek” is namelijk verantwoordelijk voor de teloorgang van Nederland, voor het verliezen van alle vrijheden die wij als Nederlanders maar mogen koesteren. En die linkse kliek zit diep in onze samenleving verborgen en zet haar smerige tentakels in alles wat maar Nederland vertegenwoordigt. Aanhangers, leden dus van die linkse kliek, zijn te vinden in de media, op elke school en universiteit, maar ook alle schrijvers en kunstenaars behoren tot die linkse kliek. En dus kreeg die historicus een stickertje bij de voordeur.

Maar goed, er zijn ook mensen met een links gedachtegoed die alles van rechts als nazi-aanhangers te boek stellen. Wie niet op een linksdenkende partij of volksvertegenwoordiger stemt, is verdacht en behoort toe aan een totalitaire en dictatoriale volksbeweging die zal leiden tot het knechten van alle burgers ten faveure van de rijken der aarde.

 

Wat een vernauwend beeld op de wereld van vandaag. Dan moet ik toch met weemoed terugdenken aan mijn jeugd, waarin ik op school het volgende leerde:

 

Linksdenkend Nederland gelooft in het delen van welvaart, waarbij het recht van het individu ondergeschikt mag zijn aan het belang van de gemeenschap. Waarbij wel het individu beschermd wordt door diezelfde gemeenschap en waar plaats is voor iedereen, welk geloof of politiek inzicht ook de jouwe is.

 

Rechtsdenkend Nederland gelooft in de vrijheden van het individu, waarbij de gemeenschap geen belemmerende maatregelen oplegt die het individu tegenhouden om zijn eigen groei boven die van de gemeenschap te stellen.  Waarbij de gemeenschap de individuele rechten van eenieder beschermt, ongeacht geloof en politieke voorkeur.

 

Natuurlijk zijn er heel veel varianten, waarbij de extremen aan beiden kanten een koers beogen die juist ten koste gaat van het andere deel van de gemeenschap. Gelukkig heeft onder andere de Russische revolutie en de Duitse inzichten van de jaren ’30 de wereld getoond waar de gevaren schuilen.

Nederland is een democratisch land. Een land waarin de inwoners, de gemeenschap dus, periodiek een keuze mag maken welk systeem, welk programma, zij de voorkeur geven. Gedurende dat moment van keuze, proberen kandidaten zich te profileren, probeert de gemeenschap zich te oriënteren en proberen individuen het plaatje voor zichzelf en hun omgeving te bepalen. Na het moment van keuze, balen we als ons ideaalbeeld niet uitkomt, juichen we als onze keuze “gewonnen” heeft en gaan we verder met ons leven.

 

De jaren tweeduizend hebben een ander beeld gebracht. Een deel van de gemeenschap heeft alle vertrouwen ondertussen in het politieke sediment verloren. Te veel geschonden beloftes, te veel verkeerde beslissingen en te veel affaires; de heren en dames politici mogen zich schamen en zich achter de oren krabben. Heeft het comfort van het pluche nu echt dat corrumperende effect dat alle idealen doet verdampen? Leidt het behalen van een plekje in de Eerste of Tweede Kamer nu echt tot een totaal verlies aan inzicht in wat de achterban wil? Is, zodra de deur van het democratisch gelag achter je sluit en je met medesenatoren je theepartijtje aanvangt, direct het “Nero-effect” begonnen waarbij de burger als plebs gezien wordt?

Het heeft geleid tot een verharding in de maatschappij. Mensen worden steeds stelliger in hun mening, gaan daarbij ook steeds vaker de discussie uit de weg. Feiten worden tot fake nieuws verklaard. Mensen worden argwanig bij elk argument dat van het andere kamp komt. Sterker nog, als je een andere mening hebt, word je verketterd en beschimpt. Scheldwoorden vervuilen de discussie en leiden tot polarisatie van standpunten.

Democratie behoort een samenspel van de hele gemeenschap te zijn, met respect voor individuele rechten en meningen, waar wordt gezocht tot een mechanisme waarbij iedereen er voordeel van heeft. Discussies zijn er om alle argumenten de revue te laten passeren, ze te wegen en ten opzichte van elkaar te beschouwen in welke mate ze ingezet kunnen worden. Compromissen en samenwerking zijn daarbij sleutelwoorden.

 

Helaas zijn er zogenaamde leiders, die juist die polarisatie als winst zien; de ultieme kans om mensen te vangen voor hun eigen ideaalbeeld, en daarbij andersdenkenden zwart maken en portretteren als een gevaar voor de samenleving. Als resultaten uitblijven, is dat vanwege de complotten, frauduleuze handelingen; het is in ieder geval altijd de schuld van een ander.  Het is zelfs geoorloofd om (halve) leugens te uiten opdat het eigen programma daar garen bij spint.  Mensen en partijen worden uitgesloten, zodoende kan er nooit die fusie ontstaan tussen verschillende uitingen van gedachtengoed. Zo kan een gemeenschap nooit het proces van democratische groei doorlopen. 

 

Helaas, juist nu, na de verkiezingen, blijft de verharding bestaan. Andersstemmenden krijgen nog steeds allerlei scheldnamen om de oren, krijgen nog steeds de verwijten, ja worden zelfs bedreigd. De piketpaaltjes voor een volgende verkiezingsgolf worden nu al geslagen, de harnassen blijven aan en al het wapentuig wordt gescherpt.  Zo lijkt dit democratisch proces slechts nog te leiden tot een volgend conflict, tot een volgend moment waarbij tegenstanders niet meer in discussie gaan maar bereid zijn te strijden voor hun eigen enige ware waarheid. 

 

Dit is geen democratie meer, dit is Het klimaat van Koud.