Mijn Stad


Waar schorren en slikken verdwijnen aan de einder,
en het zilte nat leven geeft aan lamsoor en zeekraal
Waar ansjovis menig bord deelt met wit goud en rode lekkernij
en het gerstenat ieders keel laaft na gedane arbeid

Waar de Peperbus waakt  over plein en straat
als bullen en gordijnen dansen door de stad
Waar de kelen zich schor schreeuwen in plat dialect
begeleid door blauwe muzikanten in stoet en spel

Waar het maaiveld zelf te hoog is voor menig idee
en de luidste stem de onzin als waarheid verkondigt
Waar de zeis der afgunst beweegt in botte zwaai
en alle kleintjes bukken om nog kleiner te zijn

Daar leg ik mijn ziel ten ruste
in een kakofonie van Bourgondisch geweld
Ik leef, adem, zucht en zal sterven
in mijn stad aan het water, aan de Brabantse wal
Mijn Bergen op Zoom