Onze eigen Burgervader, de Heer Polman, doet op dit moment zijn uiterste best om een maquette van de garnizoensstad Bergen op Zoom tijdelijk los te weken uit Franse handen.
Hij zou deze graag tentoon gesteld zien in het Markiezenhof. Een nobel streven natuurlijk, waarvoor hulde. We schijnen weliswaar een dergelijke maquette al te hebben, kleiner natuurlijk, maar een dergelijke presentatie van het verleden vanuit Parijs doet natuurlijk meer tot de verbeelding spreken.
Dit gezegd hebbende ontstaan er al direct allerlei discussies in de diverse media en aan menig keukentafel. Moeten we wel zo nodig zo’n drukte maken over ons verleden? Is het wel al die moeite en kosten waard? Moeten we onze belastingcentjes en onze inspanningen niet aan meer urgente zaken besteden? En wat zijn die urgente zaken dan en wie bepaalt dat? Sommigen mensen zijn wars van elke uiting van cultuurbesef. Zij noemen bij voorbaat al elke financiële inspanning op het gebied van cultuur en historie verkwanseling van belastinggelden. Anderen weer wijzen op het belang van het voortbestaan van historisch erfgoed, zoals SIEB en Stichting Behoud Weervisserij. Het betreft hier ook dikwijls mensen die trots zijn op hun verleden. Echter, een Bergenaar heeft nogal snel het stempel chauvinistisch te zijn. De liefde voor de stad en de tradities kan daarbij heel ver gaan. Daarentegen is het juiste deze uiting van lokaal patriottisme die de buitenstaander tegen de borst stuit. Juist daar denkt men dat ‘we’ een misplaatst superioriteitsgevoel hebben en zij ervaren dat als ‘Bergse Kak’. De fervente Bergenaar zal wijzen op de rol als vestingstad, en de glorieuze periode dat we stand hielden tegen de oppermachtige Spanjaarden; het David tegen Goliath gevoel. We tonen onze buren de Roosendaalers hoeveel meer historische schatten we hebben in onze stad, en we verheffen ons als de gouden stad tegenover ons achterland dat strekt vanaf Dinteloord tot Goes, en van Putte tot aan Breda. Om dan in een oud boek van 1884 deze uitspraak van een reizende Engelsman tegen te komen:” The story at the famous siege of 1749 made u slinger at Bergen-op-Zoom, a clean, dull little town with bright white houses surrounding an irregular market-place, and surrounded by the heavy tower of the church of St. Gertrude…. But there was little worth seeing, and we were soon speeding the rich pastures of Zuid Beveland“. Ofwel, een saai stadje waar niks te beleven valt, dus wegwezen. Bergen op Zoom door de eeuwen heen, ook dat is dus niet veranderd. En dan ben ik toch nieuwsgierig of de Heer Polman slaagt in zijn missie. Maar misschien ben ik wel zo’n arrogante Bergenaar.