“Na een operatie zo zelfstandig mogelijk naar huis”
De uitdagingen waar de zorg voor staat heeft in het verzorgingsgebied van Bravis geleid tot een unieke samenwerking tussen het ziekenhuis en Thuiszorg West-Brabant (TWB). Al voordat een patiënt een operatie ondergaat wordt samen gekeken naar de nazorg. Het doel is om patiënten zo zelfstandig mogelijk naar huis te laten gaan door goede voorlichting en de inzet van hulpmiddelen. Daardoor krijgen zij de zorg die echt nodig is en is de thuiszorg in staat een grotere groep cliënten thuis te ondersteunen.
Van september 2021 tot eind vorig jaar werkten Bravis en TWB samen in een door het ministerie van VWS gesubsidieerd project. “De aanleiding was de inhaalzorg na corona”, vertelt Mirjam Mijnsbergen, manager Specialistische Zorg bij TWB. “Als het ziekenhuis extra gaat opereren, komen er automatisch meer patiënten naar huis. Wij hebben echter niet de middelen of mankracht om dit op te vangen. Dus hoe ga je alle mensen die het echt nodig hebben de juiste zorg geven en hoe zorg je voor een goede begeleiding van mensen die het zelf kunnen?” “We merkten dat Bravis de inhaalzorg snel had gerealiseerd. Maar door de uitdagingen in de zorg wordt de zelfzorg een heel belangrijk onderwerp”, vervolgt Sandra Kwik, zorgmanager Specialistische Teams bij TWB. “Toen we met elkaar doornamen welke zorgreis de patiënt of cliënt maakt, ontdekten we heel veel verbeteringen die we kunnen bereiken door meer samen te werken. Vervolgens zijn we enkele zorgpaden heel concreet gaan aanpakken. Alles met het doel om mensen na een operatie zoveel mogelijk zelfstandig naar huis te laten gaan.”
Stomazorg
Een van die zorgpaden was de stomazorg. “We zijn patiënten al in het ziekenhuis gaan trainen om de stoma zelf thuis te verzorgen. In het begin kreeg 100 procent van de patiënten hulp bij het verzorgen van de stoma thuis. Nu is dat nog niet bij de helft het geval”, meldt Bregje Beuckens, adviseur netwerk zorg in het Bravis ziekenhuis. “Daarna zijn we gaan kijken naar de patiënten die een heup- of knie-operatie ondergaan.” “Tot nu werden deze patiënten geopereerd, gingen revalideren of kregen zorg thuis”, licht Mirjam toe. “Eerst hebben stagiaires in kaart gebracht wat er gebeurt bij de opname, de arts, op de afdeling, bij de transferverpleegkundige en vervolgens bij de wijkverpleegkundige. Soms waren er wel negen contactmomenten met zorgprofessionals die iets zeiden over het nazorgtraject. De patiënt had de verwachting dat er wel voor hem werd gezorgd en had niet in beeld wat hij zelf kon doen of wat voor hulpmiddelen er nodig zijn.”
Knie- of heupoperatie
Dit traject verloopt nu anders. “Momenteel draaien we een pilot”, zegt Sharon Doggen, senior wijkverpleegkundige bij TWB. “Patiënten die op de planning staan voor een knie- of heupoperatie en waarvan de intake- en transferverpleegkundigen verwachten dat zij thuiszorg of opname op de revalidatieafdeling nodig hebben, bezoeken we enkele weken voor de operatie. Wij kijken naar de thuissituatie en het netwerk en schatten in wat nodig is. De eerste resultaten laten al zien dat het erg lastig is om vanuit het ziekenhuis, zonder beeld van een thuissituatie, de juiste inschatting voor zorg na de operatie vooraf te kunnen maken. Een andere grote rol daarbij speelt de verwachting van de patiënt. Heeft hij te horen gekregen dat er revalidatie in het revalidatiecentrum geregeld wordt, dan kun je vaak niet meer terug. Ook als het misschien helemaal niet nodig is. Alle zorgverleners moeten dan ook dezelfde taal spreken.”
Het oorspronkelijke doel van het project was om de inhaalzorg in het ziekenhuis met elkaar goed te regelen, zodat de wachtlijsten zo snel mogelijk zouden verminderen. “Door de frequente afstemming over de inzet van zorg na opname waren er nauwelijks wachtlijsten bij TWB en konden de patiënten volgens planning naar huis. Bravis heeft mede hierdoor de wachtlijsten snel kunnen verminderen, waardoor in de zomer van 2022 de wachtlijsten net zo lang waren als voor de coronapandemie”, meldt Mirjam.
Vervolgtraject
TWB en Bravis willen het vervolgtraject verder verbreden. Daarom worden ook tanteLouise en Groenhuysen betrokken. “Het wordt steeds meer één zorgnetwerk waarin je de patiëntenreis volgt en kijkt wat voor de patiënt goed en nodig is”, aldus Sandra. “’Wij’ en ‘zij’ wordt steeds meer ‘wij samen’ door een gestroomlijnd proces. Het is een hele andere manier van denken. In plaats van standaard zorg leveren, informeren en instrueren we de mensen aan de voorkant.” “Dat betekent een hele verandering voor het ziekenhuis én voor de thuiszorg”, erkent Sharon. “Ook voor de patiënt. Maar als je goed communiceert, je duidelijk bent en een beetje meebeweegt daar waar het kan, dan vindt de patiënt of cliënt het over het algemeen prima. Iedereen weet dat het knelt in de zorg en dit helpt ons echt.”