Boekenweek:  van 7 maart t/m 15 maart 2020

Boekenweek in Nederland vraagt aandacht voor het geschreven woord en zij die deze optekenen. Schrijvers en dichters die ons vele uren ontspanning en plezier brengen. Nederland en België huisvest zovele talenten. Schrijvers die de meest waanzinnige boeken en bundels creëren, waarin wij als lezer totaal in kunnen verdrinken. Helaas verzuimen vele boekhandels, bibliotheken en zogenaamde literaire deskundigen aandacht te besteden aan die vele schrijvers en dichters die aldus onder de radar blijven van het grote publiek. 

Wij van BoZinBeeld.nl willen graag een aantal van die relatief onbekende schrijvers graag onder het voetlicht brengen. Zo presenteren we hier Cecile Koops

• Vraag 1: Stel jezelf eens voor, wie ben je? 

Ik ben Cecile Koops, afkomstig uit het Gooi en studeerde Neerlandistiek aan de UvA. 

Mijn schrijfcarrière begon in 2018 met korte fictieverhalen. Meteen al vanaf dat jaar won ik met regelmaat verschillende schrijfwedstrijden waarbij mijn werk in een bundel met de overige winnaars werd opgenomen. 

Mijn eerste roman ‘Het huis in Trastevere’ wordt door uitgeverij Ambilicious uitgegeven. Mijn tweede roman is onderhanden en heeft als werktitel ‘De groepsreis.’

Ik vertaalde twee kinderboeken over meneer Humble in het Engels. Sinds 2019 waag ik mij aan gedichten. 

‘Op de pier van Huizen’ een gedicht van mijn hand werd opgenomen in de stadsgedichtenbundel 2019.

Momenteel staalt de teller van bundels waarin werk van mij is opgenomen op elf. Voor dit jaar staan er nog drie bundels op de rol alsmede mijn eerste roman.

Vanaf de oprichting ben ik lid van het Huizer Schrijversgilde, dat net de stok achter de deur bleek om mij het laatste zetje te geven richting mijn schrijf-carrière. 

Met uitzondering van zo’n dertig jaar in Amsterdam, heb ik altijd in Huizen gewoond.

Meer informatie valt te lezen op mijn website: https://www.cecilekoops.com 

 

• Vraag 2: Wat maakt jou tot schrijver? 

Ik denk het feit dat ik in betrekkelijk korte tijd al in zoveel verzamelbundels ben opgenomen. Ook omdat mijn eerste boek al onder contract is en ik aan mijn tweede roman werk. Ik schrijf per dag zo’n zes uur of meer. Ik volg nog steeds diverse schrijfcursussen en doe mee met schrijfcafé’s, workshops en af en toe een schrijfweekend. Dit jaar ben ik ook lid geworden van de kleurrijke schrijfgroep van Jolanda Pikkaart, die wekelijks een Webinar geeft en waarbij de groep elkaar maandelijks ontmoet en elkaar stimuleert.

 

• Vraag 3: Kun je wat vertellen over je “schrijfsels” 

Mijn korte verhalen zijn vaak wat donkerder dan mijn boeken. Soms komt dat ook door de thema’s van een wedstrijd die als vanzelf iets duisters oproepen. Een aantal van mijn verhalen heb ik op mijn website onder het kopje verhalen gepubliceerd, dus oordeel zelf maar.

Mijn eerste boek ‘Het Huis in Trastevere’ (Trastevere betekent aan de overkant van de Tiber, en is een leuke wijk in Rome. Een beetje de Amsterdamse Jordaan van Rome) gaat over een uit de hand gelopen weddenschap waarbij een vermogend zakenman zowel zijn geheugen als zijn rijkdom verliest. Wat volgt is een wanhopige roadtrip door Europa van zijn, naar hem zoekende, vrouw en vrienden. Wanneer niemand nog verwacht ooit iets van hem te horen is er een toevallige speling van het lot. Of is het geen toeval?

Mijn tweede boek gaat over een groepsreis in de Baltische Staten waarbij de levens van de reizigers meer verweven blijken dan ieder tevoren kon bedenken. Er gaat tijdens de reis iets gruwelijks mis en mensen die elkaar nog maar een week kennen zullen moeten samenwerken en een geitenpaadje vinden om aan strafvervolging in dit land te ontkomen. De gebeurtenis zal echter jarenlang als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangen. Wie garandeert dat niemand loslippig wordt na een paar drankjes? 

Is het teveel gevraagd? Wat kunnen ze anders? Ze hebben geen keus …

 

• Vraag 4: Tot welke genre(s) kunnen we jouw pennenvruchten rekenen en waarom? 

Mijn korte verhalen zijn meestal fictie, hoewel er soms een vrolijk autobiografisch stukje uit de pen vloeit, en spruiten uit mijn fantasie voort. Voor mijn gedichten heb ik een voorliefde voor de sonnetvorm. 

Mijn beide romans zijn fictie. Je zou het kunnen omschrijven als reis-mysteries.

De eerste roman speelt zich in Parijs en in Rome af, het tweede boek in de Baltische Staten.

 

• Vraag 5: Heb je een boodschap(pen) voor je publiek? 

Ik ben van mening dat een fictieschrijver eigenlijk onthecht en onafhankelijk moet zijn. Ik ook, ik wil een meeslepend verhaal vertellen. Wat niet wil zeggen dat mijn maatschappelijke betrokkenheid niet zal doordesemen in mijn teksten. Maar ik begin niet tevoren met een boodschap die ik erin wil rammen.

 

• Vraag 6: Waar ben je tot nu toe het meeste trots op? 

Natuurlijk, op de uitgeefovereenkomst voor mijn eerste boek. Dat is toch de kers op de taart. Ik sta dan wel in vele bundels, maar je eigen boek, met alleen je eigen naam op de cover, dat is toch supergaaf.

 

• Vraag 7: Heb je wensen / dromen? 

Zoveel mogelijk schrijven en publiceren en hopen dat de fantasie nooit verschrompelt en dat de schrijfaderen blijven stromen. Heel stiekem misschien dat er ooit een boek verfilmd zal worden…

 

• Vraag 8: Welke publicaties heb je op je naam, bij welke uitgever en waar kunnen we die bemachtigen? 

Op eigen naam komt eraan bij uitgeverij Ambilicious, de verzamelbundels en mijn bibliografie staan op de website onder het kopje boeken vermeld. 

 

• Vraag 9: Zijn er binnenkort gelegenheden / evenementen waar we je kunnen ontmoeten? 

Elke laatste zaterdag van de maand organiseren we van Het Huizer Schrijversgilde in samenwerking met de lokale bibliotheek een open podium met inloop om 10:30 uur. Publiek is altijd welkom. Indien je ook iets wilt voordragen (zowel proza als poëzie), laat het mij weten dan kan ik je inplannen op de agenda.