Op 5 mei vieren we dat ons land bevrijd werd en voor ons een eind kwam aan de Tweede Wereld Oorlog. Op 4 mei staan we stil bij de talloze oorlogsslachtoffers.

We staan dit weekend dus stil bij de afsluiting van een werkelijke horror periode van dood en verderf. Een tijd ook van bezetting, waarbij de bevolking geknecht, beroofd werd en velen letterlijk stierven van de honger. Kortom, een periode die we sindsdien gelukkig niet meer hebben meegemaakt.

 

We rouwen om de doden en eren de helden, zoals bevrijders, mensen die verzet boden en gewoonweg mensen die door hun humaniteit een buitengewone prestatie geleverd hebben.

We staan stil bij de brutaliteiten om hele bevolkingsgroepen uit te roeien. We leven mee met de Joodse gemeenschap die zoveel verloren heeft.

 

Maar toch, er is een hele bevolkingsgroep waar we niet bij stil staan. Een onderwerp dat haast taboe lijkt. Doordat de Duitsers zoveel van de mannelijke bevolking naar het front stuurde, ontstonden er tekorten aan arbeidskrachten. Arbeiders die in de velden aan de slag moesten, mensen die in de munitiefabrieken geplaatst werden, of gewoonweg waar men een tekort aan werkvolk had. Veel Nederlanders zijn op die manier gesommeerd op de trein te stappen en in Duitsland, of andere oorden, voor de Duitsers aan de slag te gaan.

 

Let wel, mensen werden hiertoe fysiek gedwongen, of wel noopte de economische bedreiging van het eigen gezin en leven je ertoe. Eieren voor je geld kiezen, was het soms haast letterlijk. Mensen die ver van huis en have probeerden te overleven, en ertoe bij te dragen dat het eigen gezin in Nederland overleefde.

In al die jaren van bevrijding, is dit een hoofdstuk dat slechts zelden besproken werd en wordt. Sterker nog, veel overlevenden van dit soort oorlogsarbeid werden met de nek aangekeken, toen ze terug in Nederland geraakten. Sommigen zelfs pas een jaar na het officiële eind van de oorlog vrijgelaten uit de gevangenenkampen, waar ze als mof behandeld en veroordeeld werden. Deze gedwongen mensen, die eveneens de bezetter als een schurk, een schoft zagen, werden veelal als collaborateur gezien. Niemand weet hoe zij leefden, hoe ze in het geheim probeerden de Duitse oorlogsmachine te saboteren, en hoe ze de verschillende kanten van een zwarte oorlog beleefd en overleefd hebben. Het is een hoofdstuk dat niet voorkomt in de geschiedenisboeken van de overwinnaar. Maar het is een verhaal dat het waard is om gehoord te worden.

 

De oorlogsroman “In de Schaduw van de Waarheid” is gebaseerd op de verhalen van overlevenden. Zowel mensen die door de Duitsers aan het werk gezet zijn, als wel Duitsers zelf, hebben hun ervaringen en belevenissen verteld. Ze vormden de basis voor een boek dat de schaduwkant van een verschrikkelijke oorlog beschrijft. Een boek laat zien dat niet elke Duitsers slecht was, en niet elke bevrijder goed was. Het boek toont alle grijstinten van een zwarte periode in de wereld. Een periode waarin het beste en het slechtste van de mensheid zich toonde. Het hoofdstuk uit de oorlog, dat beschreven wordt in het boek “In de Schaduw van de Waarheid”, biedt inzichten en verhalen die nooit vergeten mogen worden. Het is een belangrijk deel van onze erfenis, die we tot in lengte van dagen moeten bewaren, opdat onze kinderen weten waar onze vrijheid vandaan komt.

In de Schaduw van de Waarheid is verkrijgbaar bij elke boekenzaak in Nederland en België, via elke webwinkel en via 

 

www.webshop.boekenindustrie.nl