Zondag 6 februari moesten de Giants tegen ABC Amsterdam. Het was een thuiswedstrijd dus was ik al om half 4 in de kantine aan de Boulevard aanwezig.
Het begon al aardig druk te worden en menig gesprek ging in de trant van “Wat denk jij dat het gaat worden?”. De middag begon spectaculair omdat in een verdonkerde sporthal de spelers van WCAA een voor een letterlijk in de spotlights liepen met aan de hand een spelertje van een jeugdteam. De wedstrijd begon flitsend voor de thuisploeg en in een mum van tijd stonden behoorlijk voor. Er werd hard gespeeld en dat had z’n effect. Op het eind van de 1e periode stond de Bergse ploeg nog maar 1 schamel puntje voor op de Amsterdammers. Dat basketbal geen sport voor watjes was bleek al in de 2e periode toen de Bergse speler Tyler Tiedeman danig omver gekegeld werd. Toen hij ter aarde stortte en even levenloos bleef liggen hield de hele zaal de adem in. Een daverend applaus klonk toen hij weer opstond. Hij hield er een hoofdwond aan over en moest naar het ziekenhuis om behandeld te worden. Ook in de tweede en derde periode bleef de thuisploeg voor staan. Maar de Amsterdammers bleven op het vinkentouw zitten. Zodra de Bergse ploeg even gas terug leek te nemen gooiden juist zij er nog een schepje boven op en kropen soms akelig dichtbij wat betreft scores. Het publiek liet zich nadrukkelijker horen want ook zij begrepen dat er veel op het spel stond. Winnen betekende immers aanklampen bij de eerste zes, en verliezen betekende een haast hopenloze achterstand. Telkens wanneer de tegenstander aan de bal was schalden de toeters en schreeuwden de fans dat het een lieve lust was. Elke goal van de Giants werd vergezeld door applaus. En in een zwaar bevochten wedstrijd wist de Bergse club toch te winnen van een moeilijke tegenstander.