Dat is de boodschap van het College van Burgemeesters en Wethouders als antwoord op de vraag van Evert Weijs, fractievoorzitter van GBWP, omtrent de parkeerproblematiek op de Bergse Plaat.
Het is al heel wat mensen een doorn in het oog: volle parkeerplaatsen en geen plek voor de eigen wagen. Je zult er maar wonen. Veel mensen zijn voor hun werk aangewezen op de auto en zijn dan ook elke dag van huis. Als ze dan s’avonds thuiskomen is er in de buurt van de eigen woning dikwijls geen plaats. Het was de aanleiding voor vragen aan onze lokale overheid. Die geeft aan dat er op zich voldoende parkeerplaatsen zijn maar dat de mensen er maar aan moeten wennen dat ze niet altijd precies voor de eigen deur terecht kunnen. Een inwoner van ‘De Plaat’ geeft mij te kennen dat hij er intussen aan gewend is maar daarmee maar moeilijk kan accepteren. “Ik rij dagelijks naar mijn werk, maar tegen de tijd dat ik thuis kom heb ik nergens plek. Ik moet vaak een extra rondje rijden om ergens nog een gaatje te vinden, en dat dikwijls ook op een behoorlijke afstand. Als ik iets bij heb moet ik eerst dubbel parkeren om de boel uit te laden om vervolgens de auto drie straten verder te stallen.” Verder merkt hij op dat er steeds meer mensen meerdere auto’s per huisadres hebben. “Pa en ma rijden auto en dochterlief heeft ook zo’n ‘koekdoos’ voor de deur staan. Pa is altijd weg maar de automobielen van ma en dochter staan vaak dagenlang op hun plek. Laat die dan ergens anders een plekje zoeken!” Om problemen met de buurt te vermijden wil hij niet met naam in de krant. Maar het is duidelijk dat het parkeerprobleem lang zo eenvoudig niet is!