Page 21 - Over Berrege gesproken
P. 21
Willem dacht er in dit ogenblik vandoor te gaan maar
een van de kerels smeet een stoel in zijn pad. Willem
struikelde en sloeg tegen de grond. Hij was weer vlug
op zijn voeten, maar de andere drie kerels stonden nu
voor hem met de wapens in hun hand. Ze zouden hem
aan het ijzer rijgen bedacht Willem. Snel greep hij naar
de tafel. Het bord met vlees en jus en een lege
bierkruik kletterden tegen de grond. Hij hield de tafel
voor hem als schild. Zo slaagde hij er in om de houwen
en uithalen van de drie tegenstanders af te slaan. Wel
werd hij achteruit gedrongen zodat hij al snel tegen
een andere tafel botste. Hij greep naar een fles wijn die
daar stond en smeet die in de richting van die
vervelende kerels. Hij raakte er een precies op het
hoofd. Met een grote knal spatte de fles uiteen en de
wijn spoot in het rond. Willem keek rond en vond het
nu wel welletjes. Hij stapte achteruit en hield zijn
handen ter hoogte van zijn heupen, wijd geopend.
Plots leek het of er vuurballen verschenen, dansend in
zijn handen. Hij stiet een stoot uit en de vuurballen
sprongen in een dolle dans om hem heen. Het vuur
ontnam ieder het zicht. Toen het weer optrok, hield
iedereen van schrik de adem in: Willem was spoorloos
verdwenen.