Hoe het allemaal begon - Al sinds mijn lagere schooltijd vertrouw ik kleine plukjes woorden toe aan het papier. Toen ik op het Juvenaat belandde kreeg dat alleen nog maar meer vorm. Echter, alles geraakte in een stroomversnelling sinds ik de schrijver / dichter Albert Hagenaars leerde kennen.
Mijn gedachten woelen, malen, slaan op hol. Ik denk terug aan vele jaren geleden. In mijn overmoed had ik enkele verzamelingen van woorden, hoogdravend betiteld tot gedicht, toegezonden aan een Nederlands erkende schrijver. De Draak was het imposante theater waar ik mijn werken mocht verdedigen in zijn aanwezigheid. Klein was ik toen zo'n beetje elk woord in vieren gehakt was omdat ik slechts zelden kon vertellen wat ik nu eigenlijk bedoelde en waarom ik juist deze woorden gebruikt had. Later, veel later, hadden we weer contact. Nogmaals kon ik het niet laten om enkele van mijn pennenvruchten aan hem voor te leggen. Waar mijn gedichten mijn trots waren was het mijn proza dat hem trof. En zo geschiedde dat een band ontstond tussen mentor en leerling, iets dat uitmondde in een echte vriendschap. Wijn en port begeleidde de eerste gesprekken over woorden, zinnen en de betekenis van inhoud. Het leven spoedde voorbij in gesprekken. Brabantse inborst, met Bergse geboortegrond, in harmonie gebracht door een Oosterse bloem, wisten al snel mijn aandacht, mijn gedrevenheid en vooral mijn vriendschap te winnen. Nog altijd tracht ik woorden te knechten in de kortste zinnen die samen tot een tekst verworden. Ondanks dat ik geleerd heb om na te denken, te scherpen, ontleden, te schrappen en te schaven aan elke gedachte die ik had, kom ik steeds meer tot het inzicht dat ik niet moet knechten wie ik ben. Hoezeer mijn schrijfsels verre van perfect zijn, moet ik buigen voor het moment. Slechts twijfel aan mezelf bepaalt of ik mijn woorden herzie, niet de gouden regel die anderen mij opleggen. In die zin stroomt mijn ziel in mijn toetsenbord dat vastlegt wat ik voel en vaak zelf niet begrijp. Als ik überhaupt een Hagenaars advies omarm is het wel te accepteren wie ik ben en aldus vloeien woorden in de files die ik deel via facebook en opberg op mijn harddrive. Daarnaast zoek ik die momenten die ik nodig heb om mijn fantasieën de vrije loop te laten om te verworden tot een tweede boek dat al in mijn hoofd leeft. En dan nog is er nog zoveel dat rondspookt dat ik nauwelijks toe kan geven aan Klaas omdat ik nog zoveel te doen heb. "Wij schrijvers werken in de nachtelijke uren, Sonn." Hoor ik jou zeggen. Wat een compliment dat jij me schrijver noemt want zelf schaar ik me slechts onder die horde mensen die soms enkele woorden weten te vangen die nog bij elkaar passen ook.
Met contacten met coryfeeën als Bert Bevers en Mieke Grever voel ik me rijk en geïnspireerd om vooral verder te reizen op dit literaire pad dat ik insloeg. Het is vooral een zoektocht naar mezelf waarbij mijn herinneringen een dans beginnen met emoties van mezelf en van iedereen om me heen. Dit levenspad leert me te kijken met een andere bril, waarbij aandacht voor het detail arm in arm gaat met de behoefte vooral de horizon af te tasten. Dit is het leven dat ik zocht, dat ik wil en dat ik koester. De plicht van de rokende schoorsteen roept me met regelmaat terug in het leven dat ik eigenlijk al lang niet meer ambieer. Maar het helpt me de voorwaarden te creëren die ik nodig heb om mijn schip van woorden en klanken, van droom en realiteit, tot in de diepste fjorden van mijn bestaan te voeren.
Zoals het uitdijende universum spoeden ook de dagen in een steeds toenemende vaart van mij heen. Weken vliegen voorbij zonder dat ik mezelf de kans gegeven heb om stil te staan bij die momenten die er toe doen, momenten die ik steeds vaker pas achteraf herken. Mijn rem heet weekend, mijn gaspedaal werk en de onderhoudsbeurt heet vakantie te zijn. Het zijn de dagen dat ik een poging waag om tot mezelf te komen en de rust toe te laten in mijn bestaan. Het is een periode om eens na te denken over datgene mij overkomen is, de avonturen die aan mij ontvlucht zijn en de gebeurtenissen die me overvallen hebben als een hese stoomlocomotief in een donkere mistige nacht. Even verzink ik in gedachten, verzin dat ik de betekenis van mijn leven eindelijk ga ontdekken en de echte ik ten lange leste gaat opstaan. Maar de buitenwereld trekt te hard, de prikkels te verleidelijk en de banden te sterk. Zo ontsnap ik aan mijn moment van bezinning en verdrink me wederom in de wedren van geboorte tot sterfbed.
Tot slot één van mijn nachtelijke producten:
Voor altijd
Donder echoot
in mijn hart
als donkere wolken
mijn weg
verduisteren
en ik vergeefs
op zoek ga
naar het licht.
Wie doet mij
ontwaken
uit deze droom
die niet
de mijne is
weggezonken
als ik ben
Al die nachtmerries
als zwarte regen
wassen tot diep
in mijn ziel
die wanhopig
op zoek is naar
jouw ogen
op wie ik
voor eeuwig wacht.