De laatste vakantiedag. Dat betekende dat Henk en ik de auto instapten en er maar weer eens op uit trokken.
Al snel hadden we beslist dat het richting Luxemburg zou gaan, dus reden we al ras langs Brussel. Op de snelweg is het snel kilometers maken, maar dat is eigenlijk niets voor ons. Dus toen we de afslag Namur zagen staan was één blik van verstandhouding al genoeg. Al snel reden we langs de Maas. Eenmaal bij de citadel gekomen keek ik eens omhoog. "Tijdens de Tour heb ik gezien dat je helemaal naar boven kunt, maar hoe?" Dat kon slechts tot 1 ding leiden; uitproberen dus. Al snel reden we kriskras door een aantal straatjes, maar het ging wel steil omhoog. Dat ging dus de goede kant op. We belandden in een wijk met huizen voor de 'Riche', potverdorie wat een kastelen zeg. Daar is Brasschaat werkelijk niets bij. En het kon ook niet anders of we vonden de weg naar de citadel. Wat een prachtige omgeving en wat een uitzichten. We moesten dus wel de nodige foto's maken voor we ons weer en route begaven. Dinant kwam voorbij, maar we bleven aan de rechterkant van de Maas rijden, en waren we in no time aan de Franse grens. Givet is het eerste stadje wat je nu tegenkomt. Het staat bekend om z'n gigantische fortificaties. Hier begint dan ook de 'route des fortification' want er zouden nog meer van deze plekken volgen als Fumay en Rocroi. Vooral de laatste maakte indruk. Droge grachten en vesting muren die nog geheel in tact zijn. Zo moet Bergen op Zoom er ook uitgezien hebben. Helaas was de tijd al weer danig voort geslopen. Maar we hebben een nieuwe route ontdekt, met verborgen dorpjes als Hierges, het bloemendorpje, en Chooz. Deze twee plaatsjes liggen onder de rook van een grote kerncentrale, maar je verbaast je over de staat van restauratie die je daar aantreft. Tot in de puntjes is alles in oude stijl hersteld. Je vraagt je af waar al dat geld vandaan komt. De kerncentrale misschien?