“Onze begeleiding gaat verder dan alleen de ziekte”

Medisch specialisten bij elkaar brengen die betrokken zijn bij de behandeling van kanker én de patiënt niet alleen behandelen maar ook begeleiden op gebieden waar kanker het leven raakt. Dat had het Bravis ziekenhuis vijf jaar geleden voor ogen bij de opening van het Oncologie Centrum in Roosendaal. Dit doel is gehaald. Tegelijk liggen er nieuwe wensen om de zorg voor de patiënten nog verder te verbeteren.   

Een belangrijke aanleiding voor het Bravis Oncologie Centrum was het bij elkaar brengen van de medisch specialisten. “Voor november 2016 zaten alle oncologen verdeeld over de twee locaties. Nu zitten ze bij elkaar in één centrum, waar zij makkelijker informeel contact met elkaar hebben”, vertelt Mariët Raatgever, zorgmanager Oncologie. 

Het bestralingscentrum Zuidwest Radiotherapeutisch Instituut (ZRTI) is sinds 2014 naast het Bravis ziekenhuis gevestigd. Vanwege de nauwe samenwerking vierde het ZRTI de officiële opening tegelijkertijd met de komst van het Oncologie Centrum. “Dat beide centra pal naast elkaar liggen is zo fijn”, stelt Daphne van Kampen, radiotherapeut-oncoloog van het ZRTI. “Ik kan even naar binnenlopen als ik een vraag heb of een patiënt wil bespreken. We draaien ook spreekuren samen en hebben regelmatig overleg.

 

Raakt je hele leven

Het Oncologie Centrum moest echter meer worden dan een plaats waar patiënten met kanker behandeld worden. “Bij de start hebben we goed nagedacht over wat we wilden zijn. We hebben veel met patiëntgroepen gesproken en gekeken naar hun behoeften en wensen. Daaruit kwam nadrukkelijk naar voren dat kanker niet alleen je lijf, maar je hele leven raakt. Het heeft invloed op je relatie, kinderen, werk, hobby’s etc. Daarom hebben we twaalf leefgebieden ontwikkeld. Twintig gespecialiseerd oncologieverpleegkundigen begeleiden als lifecoaches de patiënten op deze gebieden”, licht Mariët toe. “Het is van grote toegevoegde waarde dat alle patiënten die in het Oncologie Centrum komen een lifecoach krijgen toegewezen. Dat wordt zeer gewaardeerd. Maar ook dat de patiënt zich gezien voelt door iedereen in het centrum; van oncoloog tot lifecoach en van secretaresse tot verpleegkundige.”

 

Meer mogelijkheden

In de afgelopen vijf jaar hebben de ontwikkelingen op het gebied van Oncologie niet stilgestaan. “We kunnen mensen langer doorbehandelen en hebben ook meer behandelmogelijkheden”, vertelt internist-oncoloog Frederiek Terheggen. Zij verwacht dat met name de immuuntherapie zich verder zal ontwikkelen. “Deze therapie versterkt het afweersysteem en bestrijdt tegelijk de kankercellen.” 

 

Behandelingen thuis

Daarnaast worden steeds meer behandelingen thuis gegeven. “We doen nu al bijna twintig procent van de behandelingen bij de patiënten thuis”, meldt Mariët. “Dat neemt toe doordat steeds meer therapie in tabletvorm of middels een onderhuidse injectie gegeven kan worden.” Hierdoor wordt de rol van de lifecoach nog belangrijker. “Een patiënt gaat ook naar andere ziekenhuizen voor zijn behandeling. De lifecoach zorgt ervoor dat de patiënt het geheel blijft overzien en de regie houdt. De lifecoach is zijn houvast, zijn vertrouwenspersoon in die achtbaan. Daar kan hij altijd op terugvallen. We willen dit zelfs uitbreiden tot een heel begeleidingsteam met daarin onder andere een fysiotherapeut en een diëtist. Zij staan om de patiënt heen om hem zo goed mogelijk door deze periode heen te slepen.”

 

Nazorg

In de begeleiding is ook zeker oog voor nazorg. “Daar is veel behoefte aan”, erkent Mariët. “Van patiënt moet je weer mens worden. Daarom stopt de begeleiding van de lifecoach ook niet. Zolang de patiënt er behoefte aan heeft, staan we voor hem klaar. Daarnaast hebben we aandacht voor de palliatieve zorg. We willen vroegtijdig in gesprek over wat de patiënt nog zou willen en hoe we daar de zorg op kunnen afstemmen. Dat levert hele andere, maar ook mooie gesprekken op.”

 

In één gebouw

Het Oncologie Centrum kijkt bovendien uit naar de bouw van het nieuwe ziekenhuis. “Dan zitten we met al onze collega’s echt in één gebouw. Dat is heel fijn”, stelt Frederiek. “We hebben elkaar allemaal nodig. In één gebouw is het nog gemakkelijker om met elkaar in contact te komen. We verheugen ons dan ook zeer op de nieuwbouw.”