Je zag ze vaak; kinderen. Broertjes en zusjes die met Pa en Ma, of met Opa en Oma mee mochten naar ’t bouwkot. En er was weer veel te zien want een aantal bouwclubs op het Konterscherp hielden zondag 18 januari Open Dag. Dat betekende een kijkje achter de schermen.
Als je dan eenmaal binnen staat gaat er werkelijk een wereld voor je open. Met de Optocht zelf zie je de wagen op z’n best voorbij trekken. Met ‘Wagetjes Kijke’ op de woensdag voorafgaand aan Vastenavend is het veel te druk en denk je eerder aan andere dingen zoals bijkletse, feestvieren en dweilen. Nu had je alle rust om alles eens goed te bekijken.
Zeker de oogjes van de kleinsten onder ons glinsteren als ze deze wondere wereld van kleur, poppen en vreemde geuren binnen treden. Overal staan ze stil, willen ze iets aanraken of willen ze de achterkant zien. Het is dan ook zaak om de kleintjes goed in de gaten te houden. Maar het effect blijft hetzelfde; het Vastenavendvirus verankert zich al heel vroeg in die jonge zieltjes.
Er zijn veel verschillende technieken om tot de wonderlijkste creaties te komen. Papier Maché (veelal bij de hele kleine bouwertjes), klei, of glasvezel. Allen hebben ze de eigenaardigheid dat er sprake is van laagje na laagje op te bouwen. Dat vereist concentratie zoals bij deze bouwer die eerst een laag van zijn werk wilde afwerken alvorens plaats te maken voor het publiek. Dat hoort nu eenmaal bij een open dag.
Met klei worden de vormen gemaakt. Hier breng je eerst hele lagen klei aan alvorens ze heel fijn ‘af te raspen’ zodat precies de juiste contouren ontstaan die de ontwerper voor ogen had. Zelfs zonder de vrolijke fraaie kleuren krijg je als publiek al een goede impressie waar dit allemaal naar toe leidt. Dat is ook het mooie van deze open dag; je ziet de bouwers daadwerkelijk aan de slag en zo zie je hoe het uiteindelijk tot stand komt.
Bergenaar Jan van Wijk liet zich bij bouwkot Driekus maar wat graag uitleggen hoe zo’n wagen nu tot stand komt. In zijn gedichten speelt Jan maar wat graag met woorden om de Vastenavendgeest over Berrege uit te spinnen. Hij zal zich dan ook een kans van een open dag maar zeldzaam laten ontsnappen. “Zonde dat ze niet allemaal open zijn, dat had het nog mooier gemaakt.”
Ze zijn er wel degelijk; dames die hun steentje bijdragen aan het bouwen van een fraaie creatie die alle ogen naar zich toe trekt tijdens de optocht. En in hun werkzaamheden doen ze helemaal niet onder voor hun mannelijke collega’s. Bij Driekus zie je gewoon hun plan trekken. Hier wordt een hele wand uit vezels opgetrokken totdat je het effect van een kasteel krijgt.
Veiligheid voor alles; er zijn gevallen dat er veel geschuurd moet worden waarbij allerlei kleine stofdelen vrijkomen. Tegenwoordig neemt men in de bouwclubs geen enkel risico meer. Dat vervelende schuurwerk wordt in een aparte ruimte uitgevoerd en diegene die schuurt hijst zich in een stofvrij pak en draagt natuurlijk oorkleppen tegen het lawaai. De bouwers moeten immers nog langer mee.
Het is eigenlijk nauwelijks voor te stellen dat de attributen op een Vastenavendwagen zo uiteen kunnen lopen in grootte, kleur, intensiteit en vorm. Ze brengen altijd bij iedereen een big smile op het gezicht. En het leuke is dat veel van die afzonderlijke attributen of onderdelen van een wagen na de optocht gewoon gekocht kunnen worden. Je zou niet de eerste Vastenavendvierder zijn waarbij een pen, krab, dweil of Prins of Nar aan de gevel boven de deur prijkt.
Het Conterscherp is het terrein waar veel van de Bergse Bouwclubs te vinden zijn. Het biedt ze de ruimte, zowel binnen als buiten, om hun ding te kunnen doen. Er zijn wel eens plannen geweest om dit op kortere of langere termijn te veranderen maar vooralsnog zitten de bouwclubs hier goed, en mocht het publiek weer te gast zijn op een leuke Open Dag.