Page 82 - Dagboek van een schrijver
P. 82
Bibliotheek de Lage Beemden - Bijdrage opgenomen in E-bundel
Inzending: De Schrijver en zijn muze
Datum: Mei 2017
’Ach, ik kom hier wel vaker hoor. Gewoon even er uit en een borreltje pakken. Ik ben schrijver en haal mijn inspiratie overal
vandaan. Het ligt aan het gezelschap of ik lang blijf.’ Lachte hij. Ze heette Denise en ze studeerde milieu wetenschappen vertelde
ze hem. Hij trakteerde haar op een biertje en ze vertelde hem dat het milieu haar na aan het hart lag en dat ze tegen kernenergie
was. Daarom hadden zij en wat vrienden al een aantal keren protestacties gehouden. Zo hadden ze bij een kerncentrale
protestborden geplaatst. Vol trots vertelde ze hoe ze ongehinderd keer op keer op het terrein konden geraken zonder gezien te
worden. Ze werd er opgewonden van. Hij zag hoe snel ze praatte, hoe die lokkende lippen verleidelijk bewogen terwijl het ene
woord na het andere afgevuurd werd. Die ogen boorden zich in zijn ziel, hij zag haar boezem op en neer gaan onder dat witte T-
shirt dat haast niets van al die heerlijkheid voor hem verborg. Hij werd er zelf opgewonden van en wist niet of het haar verhaal
was.
Een week later was ze er weer. Ze wist hem onmiddellijk te vinden en kroop tegen hem aan. Daar stonden ze aan de toog, een
beetje geheimzinnig want ze had nieuws dat ze niet met anderen wilde delen. De groep vrienden stond aan de andere kant van
het café maar toen hij in hun richting keek toonden ze hem hun omhoog gestoken duim dus wist hij dat het goed zat. Denise
haalde een envelop tevoorschijn en nam er enkele foto’s uit. Op de foto’s was duidelijk de kerncentrale zichtbaar en enkele
mensen met bedekt hoofd. Ze stonden bij één van de gebouwen en de deur stond open. De protestborden waren duidelijk te zien
‘Dit is je bewijs dat het echt is, wat denk je er van?’ Hijgde ze. Hijzelf had eigenlijk nog een beter idee. Hij stelde haar voor mee te
gaan naar die centrale want hij wilde wel eens met eigen ogen zien hoe ze dat voor elkaar gekregen hadden. Hij daagde haar uit.
Voor een half ingeslapen schrijver als hijzelf leek dit toch wel een echt avontuur. Ze lachte en liep naar haar vrienden. Met een
lange zwarte jas kwam ze terug. ‘Kom, we doen het nu, direct.’
82