Page 33 - Over Berrege gesproken
P. 33
De Vastenavend uitgeleed
De Verdediging van Carnaval
Het is 1928. De jonge Bergenaar Willem Asselbergs vierde, kort nadat hij gestopt was met zijn priesteropleiding,
eindelek weer Vastenavend in zijn geboortestad Bergen op Zoom. En na een mooie, echte ‘Vastenavend’ (de
dinsdagavond voor Aswoensdag) was hij zó vervuld van het feest dat hij zijn ervaringen en gedachten al in de nacht
van dinsdag op woensdag in een schrift optekende. In de dagen daarna werkte hij het verder uit en ondertekende
het manuscript met zijn pseudoniem Anton van Duinkerken. Enkele maanden later verscheen het als boek onder de
toen uitdagende titel ‘De Verdediging van Carnaval’. Overheid en Kerk waren niet blij met het boek, maar het gaf
Vastenavend een fundament wat nooit meer is afgebroken. In mijn boek Literaire glibberingen heb ik nog een stuk
hiervan beschreven.
Na de Tweede Wereldoorlog: een nieuwe stijl!
Gedurende de Tweede Wereldoorlog was het verboden Vastenavend te vieren. Maar achter gesloten gordijnen van
de Bergse huiskamers werd het wel gevierd en zo leefde het feest door in de harten van de Bergenaren. Na de
bevrijding in 1945 stond men voor de vraag “hoe nu verder”. Er werd flink gediscussieerd tussen voor- en
tegenstanders. De laatste waren vooral bang dat Bergenaren, “Krabben”, tijdens Vastenavend teveel uit de band
zouden springen. Maar toch zag een kleine groep mensen kans om een nieuw begin te maken. Een nieuw begin, met
een nieuw gezicht (een nieuwe smoel) en een nieuwe stijl van Vastenavend vieren.