Page 32 - Over Berrege gesproken
P. 32
De Vastenavend uitgeleed
Met de franse slag de 19e eeuw in...
De Franse bezetters van 1795 brachten Vastenavend weer terug in de stad en in 1809 vierden men Vastenavend als
nooit tevoren. Tussen 1820 en 1830 richtten hoveniers (tuinders en boeren) hun eigen spaarclubjes op, de
zogenoemde “teerklupkes”. Hoveniers kwamen op zondag na de katholieke Hoogmis bij elkaar in hun eigen stamcafé.
Na een middagje kaarten en gezellig kletsen doneerden ze wat kleingeld in een kastje met genummerde gleuven, dat
aan de muur hing op een prominente plaats in het café. Als Vastenavend zich aankondigde werd het kleingeld uit dat
kastje gehaald en de feestavond die ze met dat gespaarde geld konden vieren noemde men “de teeravend”. Door
deze “teerklupkes” werd Vastenavend levend gehouden en Vastenavend is nooit meer weg geweest uit onze stad.
Latere teerklupkes die bekend werden zijn Eensgezindheid, Livato, Onderlinge bijstand en De Vrijheid.
Feesten aan het begin van de 20e eeuw...
Na de Eerste Wereldoorlog werd er, ondanks hevig verzet vanuit de katholieke kerk, een echte organisatie voor het
Vastenavendfeest opgezet. Toneelvereniging TOG (Tot Ons Genoegen) organiseert met een ‘carnavalscomité’ een
intocht en een optocht. De rol van Prins werd gespeeld door een hier gelegerd garnizoensofficier, kapitein Warringa.
Bij zijn intocht werd hij begeleid door andere officieren van het garnizoen. In die tijd was er ook al een nar en een
Grootste Boer. Bergenaren droegen tijdens Vastenavend ook al de erenaam “Krabben” en logischerwijs veranderde
de stadsnaam Bergen op Zoom in “’t Krabbegat” .