Page 177 - Dagboek van een schrijver
P. 177

Godijn Publishing – Aangenaam - Verhaal opgenomen in bundel





                    Verhaal: De afspraak
                    Datum: September 2018








                    Haar overpeinzingen werden een halt toegeroepen toen ze stappen op de trap hoorde. Het was een oudere man. Hij liep naar de
                    receptie en ze zag hoe de twee enkele zinnen uitwisselden. Dan keek de man om en keek haar recht in de ogen. Hij stak de hand
                    op als dank naar de receptionist en beende direct naar haar tafeltje. ‘U bent Daphne en u bent hier voor Chris Muller?’ Daphne
                    was stomverbaasd. Ze keek de man aan. ‘Wie bent u en waar is Chris?’ De man tegenover haar keek haar indringend aan. ‘U
                    bevestigt hiermee dat u Daphne bent en op Chris wacht? Het heeft geen zin dit te ontkennen.’ Daphne knikte. ‘Ik ben inderdaad
                    Daphne, maar u heeft mij nog geen antwoord gegeven. Waar is Chris en wie bent u?’ De man keek haar indringend aan. Dan leek
                    hij naar iemand anders te kijken die achter haar te vinden was. Een lichte beweging van zijn hoofd deed Daphne zich afvragen
                    wat er hier aan de hand was.



                    ‘Ik ben de schoonvader van Chris en ik ben hier om te zeggen dat het klaar moet zijn met jullie affaire. Ik wilde je gezicht zien, het
                    gezicht van een hoer die het leven en het geluk van mijn dochter bedreigt. Je zult Chris niet meer zien. Jouw leven is voorbij,
                    dame.’ Voor Daphne nog iets kon zeggen draaide de man zich om en liep de deur uit. Wat was hier gebeurd, vroeg ze zich af.
                    Wanhopig greep ze naar haar mobiele telefoon. Ze moest Chris bellen. Ze moest zijn stem horen, hem vertellen wat er hier
                    gebeurd was. Ze moest hem vragen waarom hij hier niet was.




                    Een hand werd op haar schouder gelegd, ze voelde een scherpe steek. Ze keek om en zag de jonge vrouw met het korte zwarte
                    haar die zich voorover boog. ‘Jij wilde mijn man?’ Fluisterde een zachte stem. ‘Ik dacht het niet’.

                    Daphne voelde zich verstijven, haar zicht werd wazig en langzaam zakte ze voorover. Het laatste dat ze hoorde waren de
                    woorden:’Au secours, ambulance!’



                                                                                               177
   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182