Page 11 - Flipbook introductieboekje
P. 11
Hoezo mobiel?
‘Pa, Pa, waar was je nou? We waren naar je op
zoek, maar konden je nergens bereiken?’ Sjaak
keek op van zijn werk. Hij herstelde net zijn
hark. De steel had het begeven, dus was hij
naar de boerenbond gereden voor een nieuwe
stok. Hij stond in zijn kleine schuurtje. Er was
een kleine maar keurig opgeruimde werkbank
met bankschroef. Onder en boven de werk-
bank waren volop schappen en kastjes, waarin
hij alles kon opbergen. Aan een van die schap-
pen had hij aan de onderkant de schroefdek-
sels van potten bevestigd. In die potten had hij
allerlei schroeven, spijkers, bouten en moeren
gesorteerd opgeborgen. Zo had hij al snel de
schroefjes gevonden die hij voor de hark nodig
had. Zijn zoon vervolgde: ‘Dat krijg je ervan
hé. Je bent niet mobiel. Zo krijgen we je nooit
te pakken.’
Sjaak antwoordde kriegelig:’Wat niet mobiel,
ben net met mijn scootmobiel naar de winkel
gereden. Wat zeur je nou?’ Zijn zoon schudde
het hoofd. ‘Nee Pa, je moet een mobiele tele-
foon aanschaffen. Dan kunnen we je bereiken
wanneer we je nodig hebben. Maar het is nu al
voorbij hoor, ik heb al wat geregeld.’ Sjaak zag
zijn zoon boos de schuur uitbenen en haalde de
schouders op. Wat was er nu zo belangrijk dat
het niet kon wachten?
11