Het was deze vrijdag weer “bloedwerrem” zoals wij dat zeggen en dat betekent in mijn conditie dat ik op moet passen met inspanningen en vooral de warmte moet vermijden.

Ik besloot dan ook de koelte van de airco van mijn auto op te zoeken en een stukje te gaan rijden. Zoals wel vaker belandde ik zomaar op de oude Zeeuwse weg. Je kon de hitte van de zon boven de weg zien “bakken” en trillen, maar in de auto was het heerlijk koel. Een van mijn favoriete plekjes is toch wel Yerseke en dan zeker boven aan de haven, waar je zo heerlijk over het water kan kijken. Er stond een lekker briesje en op een van de bankjes was het goed vertoeven. Met heerlijk koel water bij de hand zat ik zo naar de vogels en de bootjes te turen.

Op een gegeven moment kwam er een oud baasje met een elektrische driewielfiets aangereden die hem naast de bankjes parkeerde. We raakten in gesprek en het bleek dat de brave man al negentig jaar oud was, iets wat je echt niet zou zeggen. Ik had hem hoogstens begin zeventig geschat. Fysiek begon hij wel wat ouderdomskwaaltjes te vertonen, vandaar een driewielfiets. Maar in zijn hoofd was hij nog fris. Hij bleek in Yerseke zelf te wonen, net achter de haven. ‘Ik kom hier wel elke dag als het kan, het is een rustige plek en je kunt lekker alles achter je laten,’ lachte hij. Ik vertelde dat ik zelf van Bergen op Zoom kwam en hier ook regelmatig even neerstreek. ‘Bergen op Zoom,’ peinsde hij. ‘Mooie stad, ben er laatst nog over de boulevard gereden toen mijn dochter hier voor een weekendje was. Vroeger, toen ik jong was, kwam ik er vaak hoor.’

Zo ging het gesprek voort. Ik kon het niet laten, ik had nog een paar proefexemplaren van mijn nieuwste boek in de auto liggen, zou ik? Ik besloot het te doen en sprak: ‘Wacht even meneer.’ Ik pakte een boek uit de auto en gaf hem dat. Hij bladerde het even door en je kon zijn ogen zien schitteren. ‘Da’s erg mooi meneer, dank voor het geschenk. Ik zal het thuis met plezier lezen.’ Hij stopte “Berrege gekanteld” in de tas die achterop zijn driewieler bevestigd was. ‘Kun je nagaan meneer, dit is de eerste keer dat ik die tas gebruik, de fiets is namelijk van vorige week. Maar met dit ding kan ik mezelf tenminste verplaatsen en ben ik van niemand afhankelijk,’ lachte hij vrolijk.

Zo praatten we nog een kwartiertje over van alles en nog wat tot hij aangaf dat het tijd was om weer te gaan. ‘Mijn dochter is nog bij mij en we hebben afgesproken iets te gaan eten. Wie weet worden het mosselen, want het seizoen is gisteren geopend. Oudoe meneer en een prettige dag nog.’ En zo zette de oude man zijn fiets in de gang en ging hij weer op weg.

Ikzelf heb nog een kwartiertje aan het water gezeten, voordat ook ik weer op pad ging. Hmm, negentig jaar en dan nog zo vrolijk in het leven staan 😉.