Vakantietijd betekent voor Henk en mij dat we in de auto stappen en weer eens op weg gaan voor een leuk tripje.

 

De afgelopen week hadden we in Wallonië bijzonder mooie plekjes gezien. Daarom besloten we nog maar eens een keer die richting uit te trekken. De bedoeling was dat we binnendoor vanuit Mons (Bergen) richting Namur (Namen) trokken. Het was maar goed dat we al om 09:00 uur vertrokken dit keer want onze zuiderburen hadden besloten om de wegen richting het zuiden flink te 'knijpen' voor werkzaamheden. Richting Waterloo waren we de snelweg al weer beu en toen er weer een bordje wegwerkzaamheden verscheen besloten we de eerste de beste afslag te nemen. Waar we de vorige week juist fraai historisch erfgoed qua oude gebouwen te zien kregen, was het dit keer een fraai staaltje van industrieel erfgoed dat ons voorgeschoteld werd. Mijn- en staalindustrie heeft zijn sporen achtergelaten in dit deel van België zoals we vooral in de buurt van Charleroi zouden zien. 

We waren trouwens nauwelijks Mons uitgereden of een lange fraaie muur trok onze aandacht. Henk vindt oude begraafplaatsen machtig interessant en hier bleek een hele grote te liggen waar ook nog de nodige aandacht voor slachtoffers van de 2e wereldoorlog te vinden was. Hoe oud de begraafplaats was bleek wel toen Henk zelfs graven van in 1700 ontdekte; een of andere baron. Het kerkhof zelf lag bezaaid met familiegraven, individuele graven en allerlei merkwaardige objecten die tegen de heuvels aan 'gedrapeerd' lagen. Het leverde bijzondere plaatjes op.

Een leuk oud stadje is Bince waar vooral Bergenaren wel eens bekend mee zouden kunnen zijn; er is namelijk een lange traditie van Carnaval te vinden en met name gemaskerde personen, 'Gille' genoemd in dit deel van de wereld, vormen hier een belangrijk ingrediënt van het carnavalsfeest. Ofwel, zoals in Wikipedia te vinden is:

-- 

De Gilles van Binche zijn het bekendst. Er zijn verschillende verenigingen die elk hun eigen leden hebben, maar sowieso mogen enkel mannelijke inwoners Gille worden. Ook vele kinderen zijn Gille. Een Gille kan men eenvoudig herkennen aan zijn kostuum: een linnen pak met kleurrijke leeuwen en kronen, dat wordt opgevuld met stro, zodat vooraan en op de rug een bult ontstaat. Ze dragen klompen en een witte kraag. Op hun gezicht dragen ze een masker (zo is iedereen anoniem), en op hun hoofd een witte muts; daarop soms een grote hoed met struisvogelpluimen. Rond hun middel dragen ze de 'apertintaille', een gordel met zes tot negen bellen. Gilles kondigen de lente aan; ze stampen met hun klompen op de aarde om deze vruchtbaar te maken; ze worden begeleid door tamboers die een karakteristieke bezwerende cadans aangeven. Ook de bellen moeten de boze geesten verjagen. Een Gille mag alleen bewegen op muziek. De Gilles dragen een mand met sinaasappels; deze worden in de menigte gegooid.

-- 

Zo kregen we deze dag weer een blik op het verleden van het zuidoosten van België; weliswaar een blik die ook pijnlijk duidelijk maakte dat het hier gewoonweg vergane glorie betreft want dit is echt niet het rijkste deel van onze zuiderburen. Sterker, we kregen slechts één glimp op de moderne tijd toen we een elektrische BMW i8 supersportauto te zien kregen. Voor de rest waren voornamelijk flarden uit een rijk verleden ons deel op onze trip.

Na ons bij 'Funnies' gemeld te hebben voor een lekkere maaltijd wat het omstreeks zeven in de avond dat we ons weer in Bergen op Zoom meldden. Al bij al wederom een mooi tripje.