Gek van auto's en Motoren - Nu ik van motor verander, tijd om nog eens terug te kijken

 

Ieder lid van het huisgezin kreeg bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd de kans om het rijbewijs te halen. Pa en Ma Franken vonden het belangrijk dat hun kinderen mobiel en zelfstandig konden zijn en daarom werd deze regeling in gang gezet.

Zelf was ik maf van motorrijden, wat dat betreft had mijn zwager Jan Gorissen mij behoorlijk geïnfecteerd met de motorclub van Rinie Broeders te Steenbergen. Het lag dus voor de hand dat ik mijn motorrijbewijs ging halen. Ik heb gelest bij Krijn Scheffelaars op de scooter, een Vespa 200 cc. Ik heb twee lessen van een half uur gehad en ben per ongeluk geslaagd. Dat betekende 2 x Fl 17,50 en 105,-- gulden voor het examen. Ik kon dus op zoek naar een geschikte tweewieler.

Pas op mijn 24e jaar kwam ik toe aan het behalen van mijn autorijbewijs. Alweer een oude bekende van mijn vader die les gaf: Rijschool Groffen. Dit keer moest ik het zelf betalen en aangezien ik niet zoveel geld had deed ik mijn best om ‘snel’ te slagen. Na slechts 5 lessen ging ik op voor mijn autorijbewijs, en wonderbaarlijk genoeg was ik weer in één keer geslaagd.

 

Over Auto’s:

Mijn allereerste auto was een Datsun 120Y. Ik had mijn rijbewijs nog niet dus mijn broer Henk Franken moest hem van Ossendrecht naar Bergen op Zoom rijden. Natuurlijk reed ik stiekem het laatste stuk zelf.

De auto bleek te falen voor de keuring; er was een groot stuk rot in de kokers. Dat betekende dat ik de auto keurig netjes terug inleverde en mijn geld (gelukkig) in zijn geheel terugkreeg.

(Datsun 120Y - foto van het internet geplukt, helaas geen eigen foto)

Een grijze Honda Accord hatchback was dus mijn echte eerste voiture. De 1600 cc reed als een beest. Helaas sloeg de roest wel toe in de wielbakken en de dorpels. Dat betekende elke drie tot vier maanden een pitstop in de garage waar ik de rotte stukken verwijderde en er polyester voor in de plek wist aan te brengen. Je kon het ‘schema’ volgen. Want de onderste banen van een donkere tint hamerslag lak werden steeds groter. Cootje Weezenbeek weet nog wel dat we vanaf de Heide vlug iets thuis op moesten halen... dat ging iets te enthousiast en de remmen waren iets minder dan ik dacht, of de afstand iets korter...  In ieder geval gelukkig dat er geen ander verkeer was en we net niet door de afsluiting op de snelweg belandden. ;-)  Ook leuk waren de momenten dat we met de groep vrienden naar de dijk aan Tholen reden in de zomer. Achterklep open, want dan konden er daar ook nog een paar mee. zo reden we gerust met acht man in die auto.

(Honda Accord 1600 cc - foto van het internet geplukt)

Na veel plezier begaf de Honda het en werd het tijd voor iets nieuws. Het werd een Toyota Corolla GT hatchback van de garage Wierickx. Het was een GT uitvoering, iets dat mijn broer Henk deed fronzen van afgunst. Zeker toen bleek dat dit een speciale uitvoering was die voor het circuit uitgebracht was. Extra brede spatborden en een opvallende spoilerset moest er op komen en ik was het mannetje hoor. De auto trok door tot over de 200 km/u op de teller. En in werkelijkheid heb ik behoorlijk wat auto’s kwijt gereden. Ach ja, jonge wilde jaren hé. Maar als je van hartje Dordrecht in amper een kwartiertje in Bergen staat moet je het niet gek vinden als de zuigers door de cilinderwand komen. Tijd voor iets nieuws dus.

(Toyota Corolla GT Hatchback - Twin Cam versie, maar dan wel gelimiteerde oplage voor het circuit)

Aangezien ik ondertussen werk had en naar Papendrecht moest rijden was het tijd voor een diesel; een Toyota Carina 1800 diesel. Een echt werkbeest maar ook erg traag. Dat viel in Nederland nog niet zo op, maar eenmaal in Duitsland gekomen was het bergop maar te hopen dat de heuvels niet te lang en te steil waren. De diesel braakte lustig het achteropkomend verkeer vol blauwe rook en de snelheid liep terug tot amper 70 km/u. De auto was wel zeer betrouwbaar en bracht me overal.

(Toyota Carina 1800 cc Diesel)

Nadat de teller de 200.000 km gepasseerd had was het tijd voor iets anders.  Ik moest ondertussen heel veel kilometers door heel Nederland rijden dus een diesel lag weer voor de hand. Ik kocht een Mitsubishi Galant 1800 TD GLX. Het was een prachtige grote bak die zo maar over de weg zweefde. De turbodiesel was bloedsnel vergeleken bij de Carina en het interieur blaakte van luxe. 200 km/u was makkelijk haalbaar, het was werkelijk een van mijn fijnste wagens die ik gehad heb. In deze auto heb ik ook mijn ouders meegenomen naar Frankrijk op vakantie. Maar ook hier vlogen de kilometers aan.

(Mitsubishi Galant 1800 TD GLX)

Ik besloot een vreemd uitstapje te doen, een Mazda 626 2.0 GLX Coupé. Het was een zalige auto, lekker sportief en vol met luxe. Ik had er al heel lang folders van in mijn bezit en ineens bij een kleine garage had ik de kans op een mooie deal. Natuurlijk kocht ik deze snelle sportieve bolide. Ik voelde me de koning te rijk. Samen met mijn vrienden, Co in zijn Manta en m’n broer Henk in zijn Celica Liftback, maakten we de omgeving onveilig.

(Mazda 626 2.0 GLX Coupé)

Helaas heb ik de auto al weer vrij snel van de hand moeten doen want op een gegeven moment vond mijn werkgever het nodig dat ik in een lease auto ging rijden; een Peugeot 309 GRD. In die tijd reed ik wel erg veel kilometers, daar kwam ik achter toen de leasemaatschappij me meldde dat ik 139.000 km gereden had in amper 13 maanden. Buiten erg veel zakelijke kilometers heeft deze wagen me vaak naar Duitsland gebracht en aan de overkant van de plas in Engeland en Wales. Het was een fijne rijwagen waarin de kilometers voorbij vlogen. Sterke dieselmotor ook, die je aardig op gang kon brengen.

(Peugeot 309 GRD - foto tijdens een vakantie in Wales)

Aangezien ik ondertussen aangegeven had van baan te veranderen kreeg ik een tijdelijke Ford Escort 1600 diesel. Het was de slechtste auto waar ik ooit in gereden had! Zal er maar niks meer over vertellen.

(Ford Escort 1600 Diesel - foto van het internet geplukt)

Bij mijn nieuwe werkgever woonde ik letterlijk om de hoek, zo’n 80 meter lopen. Echter een lease auto zat in het arbeidspakket dus ging ik aan de haal met een Opel Vectra1800 GT. Dit was een auto met een lpg installatie, echter ik reed amper kilometers. Ik liep naar mijn werk en de auto gebruikte ik privé. De wagen was echt snel, en alhoewel mijn Belgische collega's een 2.0 liter variant hadden, was mijn 1800 toch sneller dan die van hen. Reden voor mijn baas om te lachen en te zeggen dat een Nederlander blijkbaar beter een auto inrijdt dan een Belg. Gelukkig konden mijn collega's wel tegen dit soort grappen.

(Opel Vectra 1800 GT)

Na een jaar vond mijn baas het welletjes, de Vectra ging naar een nieuwe collega en ik moest het met een kleiner wagentje doen, maar wel een erg leuk ding: een Opel Corsa GSI. Een vinnig klein gooi en smijt autootje waarvan ik erg genoten heb. Leuke avonturen in Wales, Engeland en Duitsland mee beleefd, alsmede de Ardennen. Het was echt een gooi- en smijt auto in de bochten. Op topsnelheid op de snelweg (200+) kon je wel mekrken dat het autootje te klein was voor die snelheden want het werd erg stuiterig. 

(Opel Corsa GSI 1600 cc)

Andere werkgever, andere auto. Hoewel ze voor mijn functie eigenlijk geen auto bedacht hadden, bracht ik wel een half bedrijf mee op sollicitatiegesprek. Dus mijn nieuwe ICT werkgever gedoogde dat ik een goedkope auto kreeg; een Opel Combo 1.9 Diesel. Aangezien ik twee Tervuerense herders had vond ik de bestelauto geweldig en het reed niet eens zo verkeerd. Engeland, Wales, Duitsland, al die landen heb ik bezocht met de bestelwagen en er enorm veel plezier aan beleefd.

(Opel Combo 1.9 diesel - reed erg lekker en een berg met ruimte achterin)

Weer een werkgever later bleek dat er geen auto voor me klaar stond. Tja en als je weinig geld hebt moet je creatief zijn. Ik kocht voor een kleine taart een oude Opel Ascona 1.6 s en heb hem 9 maanden later weer verkocht voor een krat bier. Leuk verhaal was wel dat iemand een deuk in het portier reed en om maar geen aangifte bij de verzekering te hoeven doen mij 400 gulden betaalde voor een nieuw portier. Een portier dat er nooit kwam natuurlijk.

(Opel Ascona 1.6 S - foto van het internet geplukt)

Nu kocht ik een oude Renault 18 TS stationcar. Een auto die het altijd deed, maar waarvan de wegligging maar heel magertjes was. Ook lieten de elektrische ramen en de remmen je wel eens in de steek, maar ach ik kon ergens komen. Had de wagen voor weinig gekocht en weer voor iets verkocht, maakte eigenlijk maar 200 gulden afschrijving op ruim een jaar.

(Renault 18 TS Stationcare - foto van het internet geplukt)

Een nieuwe werkgever leverde weer een lease auto op: een Renault Scénic 1.6 op gas. Het was een op zich vreemde nieuwe auto, maar ik was direct verwend met zijn hoge rechte zit en de zee van ruimte in de auto. Daarbij reed de Renault bijzonder aangenaam dus ik was tevreden. De eerste kilometers waren wel erg wennen. Het was net alsof je "op de bok" zat met zijn hoge zit en recht staand stuur. Maar eenmaal gewend wilde je eigenlijk niet anders dan zo'n hoge zit.

(Renault Scénic 1.6)

Ik was zo tevreden dat ik nadat ik over de kilometers was wederom voor een Renault Scénic koos, een diesel dit keer. De auto was zeer comfortabel en bracht me naar elke plek.

Als autofreak hou je natuurlijk zoveel mogelijk modellen bij. Het was al jaren één van mijn favoriete auto’s: de Toyota MR2, Mark II zoals de Engelsen zeggen. En plots stond hij bij Wierickx in de showroom. Ondanks dat ik de Scénic al van de zaak had was ik smoorverliefd op de Toyota. Ik moest en zou gaan kijken, maar nam wel mijn vader mee om tegengas te bieden als ik al te enthousiast was. Vergeefse moeite, nauwelijks waren we binnen of mijn vader draaide om en zei:”Tja, als ik zo’n auto kon kopen deed ik het ook direct.” Enfin, je snapt het, de auto werd direct zonder proefrit gekocht. Wat een beest was het, met zijn achterwielaandrijving kon je hem elke hoek om smijten die je maar wou. Het was ook dikke fun om in Duitsland achter een vette Mercedes te rijden en die opzij te duwen omdat hij ‘maar’ 250 km/u haalde (weliswaar begrensd) waar ik nog een ietsepietsie gas over had. Het verwijderen van de twee dakpanelen leverde een halve cabrio op en ik genoot er van. Het was de auto van mijn leven. Helaas had ik op een gegeven moment ruimte nodig want ik speelde in een duo Zaddoek genaamd.

(Toyota MR2 Mark II)

Ik ruilde de MR2 in voor een Toyota Avensis stationcar in. De auto reed weliswaar goed maar het is nooit mijn auto geworden. Ik hoorde van alles en voelde van alles, misschien was het wel de teleurstelling van het inruilen van mijn droomauto.

(Toyota Avensis Stationcar 2.0)

Enfin, amper een jaar later heb ik hem ingeruild voor een Toyota Picnic, een zeszitter. Geweldige reisauto waar 6 volwassenen royaal plaats hadden. Mooi ook om mijn ouders mee te nemen naar Wales. Op dat moment werkte ik in Zoetermeer en kwamen de dagelijkse kilometers hard aan.

(Toyota Picnic - foto van het internet geplukt)

Toen de wagen dan ook richting twee ton ging kon ik een mooie deal krijgen, natuurlijk weer bij Wierickx, om de Picnic in te ruilen voor een fraaie jonge Toyota Avensis Verso. Dit jaar nam ik niet alleen Henk en mijn ouders mee naar Wales, maar ook de vrienden van mijn ouders. De wagen had voldoende ruimte en meer dan genoeg power met die 150 PK tweeliter onder de kap.

(Toyota Avensi Verso - Foto gemaakt in Wales, vakantie met Henk, mijn ouders en Tante Frans & Lies)

Helaas, slecht nieuws aan het werkfront. Ik werd ontslagen en dan is zo’n grote auto best duur. Voor het zover was ruilde ik de Avensis in voor een kleinere alround goedkopere wagen; een Toyota Yaris Verso 1500. Wat een lelijk ding was dat zeg, maar welk een fijne auto. Bijzonder veel ruimte waarbij de achterstoelen onder de bodem konden zakken zodat je ahw een bestelauto had. De zit was heerlijk en we hebben er dan ook veel kilometers mee gedraaid. Even een ritje naar de Franse kust, bezoekje aan de Duitse vrienden of gewoonweg even met Henk, Sjef en Tante Frans de Ardennen in. Bijna vijf jaren reed ik met deze wagen. Zelfs een deal voor een Rav4 sloeg ik af omdat de Yaris Verso veel lekkerder reed. Echter, toen de auto 10 jaar geworden was merkte ik wat gebreken op die tot aardige kosten zouden gaan leiden. Het was of oprijden, of nu inruilen nu ik er nog wat voor kreeg. Zonde dat Wierickx op dit moment niks naar mijn gading en naar mijn portefeuille had.

(Toyota Yaris Verso 1500)

Ik keek verder rond en kwam met een bijzonder vreemd maar erg grappig wagentje: de Nissan Cube. Dit is een auto zoals je kleinste kind hem zou tekenen. Het ding is zo lelijk dat hij weer grappig en apart wordt. Met een zee van ruimte (vierkante doos) en alle luxe rijdt deze wagen ook nog eens heerlijk. En met mijn ‘rustige’ rijstijl van tegenwoordig past deze auto dus best goed bij me. Ondertussen ben ik zo'n 65.000 kilometers verder en heb ik nog steeds een brede grijns op mijn tronie als ik instap. Je ziet mensen omkijken, zich laten inhalen; alleen maar om te kijken wat voor maffe auto dit is. De vormen zijn zo vreemd met die zijruit die over lijkt te lopen in de achteruit, de asymmetrie van de auto en de ronduit grappige vormen. Maar het rijdt als een trein en is van alle luxe voorzien. We hebben er al heel wat tripjes mee achter de rug.

(Nissan Cube)

Over Motoren: 

 Toen ik 18 werd en mijn rijbewijs mocht halen, wist ik het meteen: Een motorrijbewijs zou het worden. Mijn vader had altijd motor gereden en als ik zijn verhalen hoorde dan ging het broeien. Toen kreeg ik een zwager, Jan Gorissen, die ook motor reed en in de motorploeg van Rinie Broeders, de racer, zat. Als klein jochie kwamen de motors op zondagochtend met tientallen de straat inrijden. Iedereen kwam buiten kijken en zag hoe ik als kulleke achterop stapte om weer een toerrit mee te maken. Dan is het toch niet gek dat je als klein manneke al flink gebeten bent door het motorvirus. Het is nooit  meer over gegaan en tot de dag van vandaag rij ik nog motor.

 

Honda CB 125 twin (2 cilinder viertakt)

Direct nadat ik mijn motorrijbewijs behaald had moest en zou ik een motor bezitten; ik wilde immers rijden, toeren en met de club mee. De eerste motor was een 125 cc, maar nadat eerst mijn zus al naar de Kreidler van Henk stapte, en daarna diezelfde dag een meisje op een GoldWing tegen me zei:"acht wat een lief motortje, zo een heb ik al lang niet meer gezien." Moest de brommer/motor er uit en ging ik voor iets zwaarders.

(foto van het internet geplukt, precies deze kleur was de mijne)

Suzuki GT500 (2 cilinder tweetakt)

Met de motorploeg gingen we op stap, natuurlijk met mijn zwager Jan erbij. Uiteindelijk kochten we deze suz. Het was een bruut masjien, echt een tweetakt die van toeren hield. Dat merkte ik wel toen ik met de motorclub meeging. Normaliter moesten nieuwelingen vooraan rijden omdat die wat langzamer rijden en hun weg nog moesten vinden. Ik reed echter als een blinde kip, dus besloten ze dat ik helemaal achteraan moest rijden. Dan had de rest geen last van mij. Helaas was dat ding net effe te hoog voor mij. Ben dan ook een paar keer plat op mijn snufferd gegaan omdat ik mijn voeten net te laat op de grond kreeg.

(foto van het internet geplukt, precies deze kleur was de mijne)

Honda CB500 Four (4 cilinder viertakt)

Na mijn Suzuki avontuur was het tijd voor een machine waarvan de zithoogte wat lager was. Wederom gingen we een aantal zaterdagen op stap om ergens een goede deal te kunnen sluiten. Het werd een Honda. Deze vijfhonder beschikte over een racezadel, een erg laag ding zodat ik goed met de voetjes bij de grond kon. Mijn zus naaide een hele nieuwe lederen hoes op het zadel, want dat ding zat vol scheuren. Echter, het was onbehandeld leer, dus na elke regenbui had ik een natte kont, omdat het water in het zadel getrokken was. Was een erg comfortabele fiets waarmee ik veel kilometers in het gezelschap van mijn zwager heb mogen beleven.

(foto van het internet geplukt, precies deze kleur was de mijne)

Honda CB350 Four (4 cilinder viertakt)

Nadat ik mijn Honda 500 opgeruimd had omdat er problemen onderweg waren, heb ik een poosje zonder motor gedaan. Maar toen ik tegen een koopje aanliep, kon ik me niet inhouden en stond er weer een motor in de garage. Ondanks dat het een lichtigere machine was, was het elke keer weer een kick om dat ding uit de garage te halen en een toertje te maken. Lekker de wind in je gezicht, de kilometers die wegrollen en even de boel de boel laten.

(foto van het internet geplukt, precies deze kleur was de mijne)

Suzuki GT380 (3 cilinder tweetakt)

De Suzuki was ook weer zo'n tussenstap. Omdat ik wilde sparen, had ik mijn motor opgeruimd. Auto en motor samen is best wel duur. Maar ineens was daar die kennis die deze tweetakt voor een habbekrats beschikbaar had. Tja, ik was gelijk om. Heb er toch nog een paar jaar mee gereden. Lekker toeren draaien en dat snerpende geluid en die geur van een tweetakt. Heerlijk, het deed me in alles denken aan de tijd dat we met de motorclub mee gingen naar de races van Rinie Broeders in Nederland en België. Mooie herinneringen.

(foto van het internet geplukt, de mijne was blauw)

Honda CB350 Four (4 cilinder viertakt)

De Suzuki begon mankementen te krijgen en vooral met de ontsteking. Na een aantal reparaties bij Duine vond ik het welletjes en heb hem verkocht. Kreeg er weinig voor terug dus maar een tijdje op een Yamaha brommer gereden, een FS1.  Maar dat is dus niks als je een motor gewend bent. Dus maar wat extra baantjes bijgeklust en toen ik tegen een leuk koopje liep, direct de knoop doorgehakt. Deze Honda zag er niet op zijn opperbest uit, maar was betrouwbaar en reed gewoon lekker. Dus de nodige kilometertjes mee getuft.

(Honda 350 Four - Lekkere degelijke ouwerwetse masjiene, betrouwbaar ook voor heerlijke kilometers)

Kawasaki 400ZL Eliminator (4 cilinder)

Deze Kawasaki was een heerlijk rijbeest. Het was het model van een caféracer. De 400 cc was een sportief blok dat makkelijk boven de 180 kwam, maar je kon er ook lekker mee door de bochten. Het geluid was ook heerlijk, je wilt toch allemaal dat je bike ook met het geluid wat indruk maakt op je omgeving. Leuke kilometers mee gereden zonder problemen. Heb de motor ingeruild bij Wierikx toen mijn vader door een imbeciel de sloot werd ingereden en een nieuwe auto nodig had.

(Kawasaki ZL400 - wat een geweldige machiene, en het zag er ook lekker vet uit)

Honda Supermagna 700 (4 cilinder)

Het ging lekker met het werk. Ik had een goede baan en kon lekker sparen. Opeens liep ik tegen de folders van een nieuwe Honda aan, echt een futuristische fiets met een dicht achterwiel en aan elke kant twee uitlaten die naar boven bogen. Soort oud klassiek meets supermodern. Ik was verliefd. Mijn fiets was vanuit Canada naar Zwitserland geïmporteerd en vervolgens naar Nederland. Ik was geloof ik de eerste in NL die er zo eentje had. Wat een heerlijke machine en bloedsnel ook nog eens. Deze eerste serie had namelijk het 698 cc blok van de Honda Racemotor. De snelheid liep op tot ver boven 200 km/u.  Heb er helaas niet lang van genoten want op de Steenbergse weg, terwijl ik met een inhaalmanoeuvre bezig was, sloeg een of andere uttroela plots links af.. Ik bont en blauw en de motor total loss.  Zelf heb ik een engeltje op mijn schouder gehad.

(foto van het internet geplukt, de mijne was dezelfde kleur)

Honda Magna 750 (4 cilinder)

Omdat de eerste serie van 700 cc vervangen was door een andere sierie van 750 cc, die recdhtstreeks uit de VS werd gehaald, waren de prijzen ineens omhoog. Dus voor het geld dat ik terug kreeg van mijn supermagna heb ik toen een gewone Honda Magna gekocht. Motor liep zijdezacht en voldoende PK's voor heerlijk rijden. Helaas maakte de garage een fout bij de eerste grote beurt. Kostte me een vastloper.

(Honda Magna V45 750 cc - heerlijke machine)

Honda Magna 700 (4 cilinder)

Nadat ik een vastloper had gekregen, had ik een probleem. We hadden namelijk net een vakantie geboekt en zouden een week later vertrekken. Mijn maat en ik zouden op de motor gaan, en mijn broer en een andere maat met de auto. Het opknappen dreigde een ramp te worden en na veel gesodemieter heb ik de vastgelopen bike ingeruild tegen een exemplaar van een paar jaar oud, met weinig kilometers en een smak geld nog terug gekregen. Deze 700 cc fiets tufte er ook lustig op los en het v-vier blok was heerlijk rustig. Met deze motor weer heel wat kilometertjes gereden.

(Honda Magna 700 - heerlijke kilometers in Wales mee gereden)

Yamaha FZ600 (4 cilinder)

Ik was geswitcht van garage en bij Jan van Maldegem Motoren uitgekomen. Werd er altijd heel goed behandeld en op een gegeven was ik daar toen Jan naar me toen kwam lopen en zei:'Kom eens mee, ik heb precies wat voor jou, en je kan nog goed bij de grond ook.' Jan wist dat ik nieuwsgierig was naar een sportieve motorfiets en toonde mij een Yamaha racer. 'Deze FZ600 komt uit Zwitserland en heeft hetzelfde blok als bij ons de FZR600. Ik was meteen verliefd en de testrit was uitmuntend. Wat een beest, wat een genot om bochtjes te draaien. Dit was de fiets en dus was de deal snel beklonken.

(Yamaha FZ600 - Dit was wat ze noemden "een vlugge jongen")

Kawasaki Vulcan 1500 (2 cilinder)

Na een poosje op mijn racemotor gereden te hebben, besloot ik dat het zenuwachtige karakter en vooral de rijhouding niet echt was wat ik zocht in een motor. Geef mij maar het lekker cruisen, lekker comfortabel op je gemak een ritje maken. De Vulcan 1500 bood het allemaal. De vier versnellingen waren heel flexibel en het grote koppel maakte dat je van 40 km/u naar 200 km/u kon optrekken zonder van versnelling te wisselen. Heb heerlijke kilometers gemaakt. Maar na een paar jaren merkte ik dat de voorvering ging lekken, ik hoorde een tik in het blok; kortom ik besloot hem in te wisselen voordat ik dure kosten ging krijgen.

(foto van het internet geplukt, precies deze kleur was de mijne)

Honda VT700 (2 cilinder)

Van 1500 cc en een bakvol met koppel terug naar 700 cc. Het viel eigenlijk allemaal best mee. Om te rijden was de Honda veel wendbaarder dan de zware bak van een Vulcan en ik viel gelijk op de Special Paint. Het was een maffe fiets, maar juist daardoor heel opvallend en dat mocht ik wel. Heb er dan ook met veel plezier op deze tweecilinder gereden. Maar op een gegeven moment was ik zo druk met werk dat ik nauwelijks tijd over had voor de fiets. Hij stond maar te staan in de garage en toen dan ook een nichtje haar rijbewijs had behaald en naar een betaalbare fiets zocht, heb ik over mijn hart gestreken. Voor een echt familieprijsje heeft ze hem mogen kopen, terwijl ik hem een pak duurder particulier had kunnen verkopen. Enfin, zij was er blij mee.

(Honda VT700 - Wat een apart kleurenspel was het!)

Suzuki Marauder 800 (2 cilinder)

Waar het bloed niet kruipt. Zeker omdat mijn broer Sjef ondertussen ook een enthousiast motorrijder was, vervloekte ik mezelf dat ik mijn motor verkocht had. Zeker toen ik hoorde dat mijn nichtje "mijn" motor ondertussen al weer verkocht had. Maar mijn broer wist wel een zaakje. 'Laten we eens gaan kijken', zei hij .. de floeper... waar ook mijn andere broer Henk bij was. Dus met z'n drieën naar Fijnaart en daar stond hij: een prachtige Suzuki Marauder met erg weinig kilometers. In de vrieskou reed ik een proefrondje (3e kerstdag) en na twee kilometers wist ik het al: dit wordt de mijne. Snel terug naar de garage en uit de kou en de deal gesloten. Op 9 januari 2009 werd de cruiser afgeleverd en ik was als een kind zo blij. Deze fiets heeft me werkelijk nooit in de steek gelaten. Na zes maanden stilstand gedurende de "slechte" periode van het jaar was het 1 avondje onder de druppelaar en de volgende sleutel om en... lopen. Heb er heerlijke tochtjes mee gedraaid. Erg leuk ook als je samen met je broer een eind gaat tuffen. Afgelopen jaar dacht ik er aan om mijn Marauder helemaal te verbouwen. Een eenzitter moest het sowieso worden, windscherm er af, ik wilde een bruin leren zadel en ditto tassen. Kortom, op de schop met dat ding.... tot... Ik bij De Jong Motoren in Alphen a/d Rijn kwam. Samen met Sjef wilde ik de nieuwe Indian Scout Bobber wel eens zien. Maar ik viel voor de Indian Scout. Heb afgelopen week dan ook de deal gesloten en 17 februari wordt en een prachtige Amerikaanse fiets afgeleverd. Vandaag, 8 februari 2018 heb ik na 9 jaren trouwe dienst mijn Suzuki Marauder verkocht. Nooit heeftie me laten staan, heb er heerlijke kms op gereden. Hoop dan ook dat de volgende berijder er net zoveel plezier aan zal beleven als ik deed.

(Suzuki Marauder 800 cc tweecilinder - wat een heerlijke fiets was het)

Indian Scout

En dit wordt mijn nieuwe fiets, een Indian Scout. Het is een demo model met amper 2900 kilometers op de teller. 100 pk en 98 Nm op 1133 cc, zijn aardige getallen. Het is een echte cruiser. Heb er nog de originele bruine leren Indian zadeltassen bij besteld, en verder blijft het lekker een eenzitter. Kan niet wachten. Ik hou jullie op de hoogte. Zeker met het nieuws dat Sjef ondertussen ook een nieuwe motor gekocht heeft; een Honda Shadow. Pracht motor, dus wij zullen deze zomer zeker wat ritjes maken.

 Kijk eens wat een vette fiets. Ik ben echt zo trots als een aap met zeven staarten. Heb mijn eerste toertje er inmiddels opzitten en ik kon maar één ding zeggen: 'Wat een béést!!' Die honderd PK en dat koppel van 98 Nm voel je dus echt goed. Ik reed 70 in z'n zes en gaf gas... hij trok er direct vandoor. Ben even de oude Zeeuwse weg opgedraaid en opende mijn gas een beetje meer, hij spoot weg gewoon. De bochten draaien is ook veel soepeler en comfortabeler dan mijn oude Soes. Niks ten nadele van die fiets, want die bracht me overal, maar dit is duidelijk een andere categorie. Mijn facebook ontplofte haast toen ik deze foto toonde. Je merkt overal aan dat het een aandachtstrekker is. Hier in Nederland is Indian helemaal nog niet ingeburgerd en dus is het een hele vreemde eend in de bijt. Veel vragen die ik nu al krijg zijn in de trant van.. 'Indian, die maken toch allang geen motoren meer?' Maar ook steevast overal de duimen omhoog.  Ik hoop dat ik nog veel kilometers mag beleven met deze fijne motor, want mijn neef vertelde me dat ik vanaf nu niet meer mag praten over een "fiets".  Dit is tenslotte een ECHTE motor, zoals hij als Harley rijder aangeeft  ;-) 

Rij veilig iedereen en geniet van wat je hebt.  Veel veilige kilometers toegewenst.