Het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum in Oudenbosch heeft onlangs een bijzondere verzameling historische schoolvoorwerpen teruggekregen.

Het betreft een deel van de schoolverzameling van het Koloniaal Instituut van rond 1900.

 

Eind januari hield de Mariaschool, na meer dan 135 jaar, definitief op te bestaan: de laatste schoolvoorwerpen werden eind januari tijdens een openbare verkoping van de hand gedaan. Daags tevoren mocht het NVMO kijken of er nog authentieke voorwerpen uit de tijd van de Broeders en het ontstaan van het museum aanwezig waren. Op de valreep werden enkele bijzondere objecten gered.

 

Eén van de lokalen bevatte een oude vitrinekast die onmiskenbaar voorwerpen bevatte uit de tijd van het aanschouwelijk onderwijs door de Broeders. Wat dieren op sterk water, opgezette vogels, een vogelskelet, de onderkaak van een rund en vijftien donkerroze, ronde doosjes. Met name dat laatste bleek de ‘schat van de school’! ‘Schoolverzameling’, stond op de doosjes. Van het Koloniaal Instituut. Ze hadden alle een verschillende inhoud.

 

landbouwproducten uit Nederlands-Indië

Om de bekendheid van de koloniën groter te maken in Nederland, werd door het Koloniaal Instituut een bijzonder initiatief genomen. Vanaf 1892 verspreidde deze instantie zogenaamde schoolverzamelingen. De schoolverzameling bestond uit een kist met daarin vele voornamelijk landbouwproducten uit Nederlands-Indië (en enkele uit Suriname). De grondstoffen waren verpakt in pillendoosjes. Deze schoolverzamelingen moesten Indië tastbaarder en aanschouwelijker maken in voornamelijk lager onderwijs. Eind 1910 waren er al 1100 schoolverzamelingen verzonden. Ook het onderwijsinstituut van de Broeders van Saint Louis had zo’n schoolverzameling, die bestond uit gemiddeld 70 doosjes, een twintigtal flesjes met vloeistoffen en zo’n dertig losse voorwerpen als gedroogde vruchten e.d..

 

Inmiddels zijn de doosjes geïnventariseerd en uitgestald in een vitrine. Ze vormen een mooie aanvulling op de expositie over Nederlands-Indië. Het museumbestuur is erg blij dat de objecten, die een eeuw buiten het museum hebben overleefd, weer terug zijn. Volgens museumvoorzitter en conservator Volkenkunde Marcel Deelen zijn er niet veel meer van deze doosjes. Het is daarom des te opmerkelijker dat de vijftien exemplaren ook nog de originele inhoud bevatten.

 

Koninklijk Instituut voor de Tropen

De Vereeniging Koloniaal Instituut werd opgericht met het doel kennis over de overzeese gebiedsdelen te verzamelen en uit te dragen. In 1926 verhuisde de collectie naar het nieuwgebouwde Koloniaal Instituut. Met het begin van de dekolonisatie werd de opdracht van het instituut verbreed. In het vervolg werden niet meer enkel de ‘Nederlandsche Overzeesche gewesten’ bestudeerd, maar de tropen in brede zin. Daarnaast zou het instituut in belangrijke mate bijdragen aan het verlenen van technisch advies aan ontwikkelingslanden op gebied van economie en gezondheid. In 1949 werd dit historische besluit bezegeld met een naamswijziging. Voortaan heette het instituut Koninklijk Instituut voor de Tropen.

 

In het juni-nummer van Museum op Zicht besteed het museum uitgebreid aandacht aan de historische collectie.