Hoorn wordt ook een belangrijke locatie waar op 6 mei aanstaande José één van de tien door Elly Gordijn geselcteerde veelbelovende Nederlandse auteurs is die haar boek mag lanceren.

 

Al eerder heb ik het initiatief Boek10 van Godijn Publishing geïntroduceerd. Tijd om José van Winden aan jullie voor te stellen.

• Kun je jezelf in het kort omschrijven en waar ben je woonachtig?

Ik ben José van Winden, 46 jaar, getrouwd met Frank, moeder van drie puberzonen. Ik woon in Schipluiden, een heerlijk gemoedelijk dorp, deel van de Gemeente Midden-Delfland, ingeklemd tussen Rotterdam, Delft, Den Haag en het Westland. Sinds 2009 heb ik mijn eigen bedrijf in teksten en workshops en geef ik bijles Engels aan middelbare scholieren.

 

• Hoe ben je geworden tot wie je bent / kun je in het kort je jeugd omschrijven?

Ik heb vier oudere zussen, een oudere broer en een jongere zus. Toen ik drie maanden oud was verhuisden we van het boerendorp Kethel-Schiedam naar Den Hoorn, bij Delft. Omdat ik een nakomertje was, trok ik vooral veel met mijn zusje op. Zoveel, dat iedereen dacht dat we een tweeling waren. Iets waar wij niets van begrepen, omdat we totaal niet op elkaar lijken. Ik kom uit een muzikale familie. Mijn vader speelde klarinet en later bariton. Mijn moeder speelde piano. Beiden zongen graag en goed. Muziek speelt nog steeds een belangrijke rol in mijn leven. Vaak zonder dat ik me er bewust van ben.

Ik ben sociaal, zit ook nu nog in allerlei (netwerk)clubs, maar ik ben bij tijd en wijle ook graag op mezelf. Ik was vroeger heel verlegen en zat het liefst met een boek in een hoekje. Boeken kreeg je voor je verjaardag of sinterklaas, maar verder leende ik van jongs af aan wekelijks boeken van de bibliotheek. Eerst in de Bibliobus, een soort rijdende boekenkast, later kreeg ons dorp een echte bieb. 

Ik ben al vroeg begonnen met het schrijven van dagboeken, brieven, gedichtjes en verhaaltjes. Mijn eerste publicatie was in de Taptoe toen ik een jaar of elf jaar was. Daarna schreef ik op het Stanislascollege in Delft graag opstellen. Dit was een reden voor mij om journalistiek te willen studeren. Ik werd echter uitgeloot voor de opleiding in Utrecht en besloot uiteindelijk voor Engels te kiezen. Tijdens een studiejaar in Norwich ontdekte ik dat er zoiets bestond als creative writing. In Engeland is dat een universitaire studie. Nederland liep wat dat betreft nogal achter.

 

• Wat was de aanleiding / trigger om het schrijverspad op te gaan?

Na mijn studie wilde ik de redactiekant op - mijn afstudeerrichting was Book and Publishing -maar daar was moeilijk werk in te vinden. Via het uitzendbureau werkte ik als secretaresse, dat paste beter bij me dan ik verwacht had. Ik heb het dan ook lang volgehouden, met uiteindelijk een opleiding PR en Communicatie ernaast. Na de geboorte van mijn eerste zoon ging ik aan de slag in de public relations. Zo kon ik meer gaan schrijven en werden mijn journalistieke ambities enigszins verwezenlijkt. Toen ik zwanger was van onze jongste zoon overleed mijn schoonvader en nog geen jaar later ook mijn moeder. Ik zat al een poosje niet op mijn plek en besloot mijn vaste baan op te zeggen. Tijdens gesprekken met een loopbaancoach kwam de wens om creatief te schrijven weer bovendrijven. Mijn droom was om een familiesage te maken, zoiets als Antonia, de Nederlandse Oscarwinnaar uit 1995. Een advertentie van de Scriptschool gaf mij het laatste zetje. Na een korte selectie werd ik toegelaten tot de vakopleiding scenarioschrijven voor film en tv. Twee jaar lang heb ik les gekregen van de beste scriptschrijvers van Nederland en ontzettend veel geleerd over de structuur van verhalen en het schrijven van dialogen. Dankzij deze opleiding ben ik uiteindelijk toch geworden wat ik eigenlijk al was, maar niet durfde te zijn: schrijfster.

 

• Welke persoonlijke kant van jezelf komt terug in je schrijven?

Welke kant niet, zou ik willen zeggen. Elk verhaal, elk personage, heeft een raakvlak met mijzelf. Met hoe ik me voel, mijn onzekerheden, mijn fantasieën, met de kennis die ik in de loop der jaren heb opgedaan, met mijn ervaringen. Ik zou geen fictie kunnen schrijven die niet vanuit mezelf komt. Maar het gaat niet alleen om mij. Weekendje Weg gaat over vijf zussen, de hoofdpersonages zijn gebaseerd op alle vrouwen (en misschien ook mannen) uit mijn omgeving. Dat maakt de publicatie voor hen ook spannend.

Bij het tekstschrijven dat ik voor bedrijven doe, is het een ander verhaal. Maar dan gaat het ook niet om mijn verhaal, alleen om mijn woorden.

 

• Heb je een donkere kant van jezelf of angsten die terugkomen in je schrijven?

Mijn allergrootste angst is om zo gek te worden dat je jezelf niet meer in de hand hebt en je ook niet meer voor jezelf kunt zorgen. Een best reële angst, als je bedenkt dat mijn vader en schoonmoeder inmiddels beiden aan het dementeren zijn. Ik durf daar nu nog niet vol in te gaan, maar dat verhaal gaat er een keer komen. Het was een leerpuntje voor mij op de scriptschool. Ik ben te aardig voor mijn personages, ga in het echte leven conflicten graag uit de weg, maar dat is voor een goed verhaal niet echt handig. Zonder ‘deep shit point’ is je verhaal te zoet. Ik vertrouw erop dat ik in de loop der jaren meer hierin zal groeien. 

 

• Waar ben je tot nu toe het meest trots op?

Films maken is voor mij de ultieme manier van verhalen vertellen. Robert McKee kan hier dagenlang prachtig over vertellen. Daarom is de korte film “Schoon Genoeg”, die ik in 2016 voor de Rotterdamse editie van het  48hour Film Project met Team Exception gemaakt heb datgene waar ik tot nu toe het meest trots op ben. Het basisidee, dat aan het begin van dat filmweekend ineens in mijn hoofd opkwam, is in tact gebleven en scherper in beeld gebracht dan ik hoopte.

 

• Hoe voelt het om dit nieuwe avontuur Boek10! aan te gaan?

Ik kan nog niet helemaal geloven dat mijn roman Weekendje Weg nu echt wordt gepubliceerd, door een mooie uitgeverij als Godijn Publishing. Het eerste idee voor het verhaal over de zussen is in 2010 al ontstaan tijdens een weekendje weg met vriendinnen. Beetje bij beetje is het gegroeid tot wat het nu is. 

 

• Wat zijn je verwachtingen van dit project en waar hoop je dat het je brengt?

De eerste kennismaking met de Boek10 club was hartverwarmend. Het is fijn om met allemaal verschillende schrijvers in hetzelfde schuitje te zitten. We versterken en steunen elkaar. Het is groot voordeel is dat we de promotie voor en met elkaar kunnen doen. Het past perfect bij mijn mantra: Je hoeft het niet alleen te doen! Ik hoop dat Weekendje Weg veel mensen gaat bereiken, en niet alleen door mijn eigen vrienden, familie en kennissen wordt gelezen. Ik hoop vooral ook dat men plezier beleeft aan het lezen. 

 

• Wat wil je nog bereiken / wat zijn je dromen?

Ik droom van een eigen filmpremière in Tuschinski en een tv-serie, misschien op basis van Weekendje Weg. Maar in de tussentijd ben ik ook een musical aan het schrijven voor onze lokale supermarkt, ligt de opzet voor een prentenboek klaar voor een illustrator en heb ik nog een heleboel andere plannen in een inspiratiemap. Ik heb er nu de rust niet voor, maar zou ook graag weer meer korte verhalen willen schrijven. 

 

• Heb je een website waar mensen iets meer van je kunnen zien / lezen?

Je kunt alles over mijn bedrijf en mijn schrijven vinden op www.josevanwinden.nl