Alice Bakker is één van de 10 veelbelovende Nederlandse auteurs die Godijn Publishing op zaterdag 6 mei in de Park Schouwburg te Hoorn lanceert met haar boek 'Slapen doen we morgen weer'

 

Hierbij stellen we haar graag voor aan jullie:

 

1. Kun je jezelf in het kort omschrijven en waar ben je woonachtig?

Mijn naam is Alice Bakker, ik ben 46 jaar en woon met man en drie kinderen in Oude Wetering. Dit ligt in de randstad, in het midden tussen Den Haag en Amsterdam, als je langs een liniaal kijkt. Ik ben een freelance tekstschrijver en had daarnaast een droom: een boek uitbrengen. Project Boek10 maakt deze droom mogelijk. 

2. Hoe ben je geworden tot wie je bent / kun je in het kort je jeugd omschrijven?

Mijn jeugd is heel gemoedelijk geweest. Ik heb een broer en een zus, ik ben de oudste van de drie en woonde met onze ouders in Roelofarendsveen. Nu woon ik een dorpje verderop, aan het dorp van mijn jeugd vastgeplakt. Vier kilometer bij mijn ouderlijk huis vandaan. Ik woon er het verst vanaf, van de drie. Als ik aan mijn jeugd denk, denk ik aan buiten spelen, snel naar huis als ik de kerkklokken hoorde luiden en hutten bouwen in de achtertuin. O ja, en aan brieven schrijven. Stapels brieven schreef ik, ze gingen de wereld over, maar ook naar mijn vriendin om de hoek. Schrijven zat er eigenlijk al jong in.

3. Wat was de aanleiding / trigger om het schrijverspad op te gaan?

Dat ik echt serieus wilde schrijven ontdekte ik zo rond mijn veertigste verjaardag. Ik was al jaren werkzaam op de redactie van vier vaktijdschriften en had zo hier en daar wat bijspijkercursussen gehad in de Nederlandse taal. Zo ontdekte ik eindelijk waar ik goed in was. Jarenlang doolde ik op de arbeidsmarkt, wist nooit goed wat ik wilde. Toen mijn werkgever een aantal jaar geleden begon met reorganiseren ben ik in 2013 ‘alvast’ voor mezelf begonnen als tekstschrijver. Die vooruitziende blik was prima. Sinds mei 2016 doe ik dat fulltime. En ik heb het zó naar mijn zin. 

Verhalen schrijven vond ik al héél lang leuk. In 2011 publiceerde ik mijn eerste verhaal in een bundel. Ik had toen al een droom: ooit alleen mijn eigen naam op de omslag. 

4. Welke persoonlijke kant van jezelf komt terug in je schrijven?

Wat van mij persoonlijk terugkomt in de teksten is moeilijk te zeggen. Toen ik begon met Slapen doen we morgen weer waren mijn drie kinderen in de doelgroep-leeftijd. Die doelgroep was voor mij een logische keuze: ik zat er middenin. Er is niets autobiografisch in het boek te vinden. Ook niet in mijn gepubliceerde verhalen, overigens, die vaak de thrillerkant opgaan. 

5. Heb je een donkere kant van jezelf of angsten die terugkomen in je schrijven?

De enige angst die ik eventueel heb is dat men het ‘niks’ vindt. Onzekerheid speelt soms parten. Maar geenszins komt er een donkere kant van mij terug in mijn schrijfsels. 

6. Waar ben je tot nu toe het meest trots op?

Ik ben super trots dat wat ik op mijn veertigste bedacht uitgekomen is. Ik doe de hele dag wat ik leuk vind en word er nog voor betaald ook! Op elk verhaal en elke tekst ben ik trots, of hij nu ergens in de krochten van internet te vinden is of gepubliceerd wordt in een boek of tijdschrift. Samen met een fotograaf en een paar andere schrijvers heb ik twee indrukwekkend dikke boeken gemaakt over hoe kankerpatiënten in het leven staan. Die twee boeken staan ook op mijn hier-ben-ik-trots-op-boekenplank. 

Als freelancejournalist mag ik met regelmaat mensen interviewen en dat is zó leuk om te doen. Ik hou ervan om verschillende mensen te spreken, hoewel ik het merendeel van mijn werktijd in mijn eentje achter mijn laptop zit en ook dat erg kan waarderen. 

7. Hoe voelt het om dit nieuwe avontuur Boek10! aan te gaan?

Boek10! is een groot avontuur. Zo zie ik het ook. Ik vind het prachtig om het samen met negen andere auteurs aan te gaan. Samen zijn we sterk! Als ik de omschrijving van de uitgeverij zie bij het project: ‘Ben jij een van de talentvolle schrijvers waarin wij geloven’, dan ben ik mega trots dat Elly Godijn als uitgever in mij gelooft!

8. Wat zijn je verwachtingen van dit project en waar hoop je dat het je brengt?

Verwachtingen heb ik niet. Natuurlijk hoop ik dat mijn boek succesvol wordt, maar vooraf heb ik daar geen specifieke verwachtingen bij. Omdat Boek 10! een gezamenlijk project is, zie je dat het qua promotie een samenwerkingsverband is. We promoten elkaar en laat ik eerlijk zijn: een ander promoten vind ik eenvoudiger dan mezelf promoten. Laten we dat dan lekker voor elkáár doen. 

Als ik denk aan wat ik hoop dat het project mij brengt dan is dat nog meer toekomst in het schrijven. Er is leven na Slapen doen we morgen weer. Ik hoop niet dat het mijn eerste én laatste boek is dat uitgegeven wordt. Een klein boekenplankje vol zou leuk zijn. Je moet wensen en dromen hebben, toch? 

9. Wat wil je nog bereiken / wat zijn je dromen?

Tja, wat ik wil bereiken? Misschien stiekem wel dat er ooit ruimte te kort is op mijn plankje!

10.  Heb je een website waar mensen iets meer van je kunnen zien / lezen?

Wil je meer weten over mij en over mijn werk, dan kun je dat vinden op aliceinwoordenland.nl. Hier heb ik ook een persoonlijk blog, waar ik met regelmaat op post.