Zo maar even langs Doel. “Joh, zullen we eens langs Doel rijden? We zijn er immers vlak bij”. Henk opperde dat idee toen we zo maar een toertje met de auto deden.

In de volksmond ligt Doel bij Ossendrecht in de polder en kennen we het hoofdzakelijk omdat er een kerncentrale staat. Graven we iets langer terug in ons geheugen dan herinneren we ons nog de stuiptrekkingen van een dorp dat zich verzette tegen de bouwplannen van een nieuw havendok voor de Antwerpse haven. Bouwplannen die de ondergang van het dorp zouden betekenen. En die ondergang is duidelijk te zien als je het dorp binnen rijdt. Ver van het centrum zijn de eerste verschijnselen al te zien; dicht getimmerde huizen. Er staan werkelijk prachtig grote huizen tussen, maar allen zijn verlaten. Dat gevoel van een geestendorp bekruipt je nog meer als je door het centrum van het eens zo gezellige dorp rijdt. Veel plaatsen tonen al de sporen van afbraak, en wat nog overeind staat wordt ‘opgefleurd’ door kleurrijke graffiti. Een enkel huis lijkt nog bewoond, maar dat zouden net zo goed krakers kunnen zijn. Op haar hoogtepunt in 1876 kende het dorp nog 2504 inwoners, op 21 december 1976 nog 1300 inwoners en nu is er amper sprake van inwoners. Het geheel ligt er verlaten bij. Eeuwig zonde van een mooie kerk als de parochiekerk van Doel, alhoewel het bijgelegen kerkhof er nog redelijk bij ligt. Als je op de Scheldedijk staat krijg je een vreemd zicht op de stenen molen uit het midden van de 17e eeuw met daar achter het silhouet van een heuse kerncentrale. De molen is één van de oudste stenen molens in Vlaanderen. Zo kent Doel nog meer juweeltjes als een oud huis uit 1614: het eens beschermde Hooghuis. Een rondgang door Doel is gewoon triest te noemen. Een bewijs hoe een overheid rigoureus haar eigen burgers kan knechten in een ijdele strijd naar wat men noemt ‘vooruitgang’. De economische winst is al tal van keren ter discussie gesteld. De noodzaak om het dorp te onteigenen evenzo. Maar daar waar schouten en schepenen in hun geilheid de poort naar publiciteit en eeuwige roem open zetten, is blijkbaar elk gevecht van de burger bij voorbaat verloren. Wat rest is een mooie locatie voor fotografen.